Noordelijke partijen reageren op afgelasten Zuiderzeelijn - Hoofdinhoud

De partij voor het Noorden (PvhN) heeft eind november een fel 'adres' naar Den Haag gestuurd over het afgelasten van de aanleg van de Zuiderzeelijn. De Fryske Nasjonale Party (FNP) was eerder al kritisch over de Zuiderzeelijn, en wil vooral dat alle gereserveerde geld ten goede komt van het Noorden.

Standpunt PvhN

De Partij voor het Noorden heeft 'met ingehouden woede kennis genomen van het overhaaste besluit van het kabinet om de herhaalde toezeggingen van voorgaande kabinetten te negeren en doodleuk de hogesnelheidstreinverbinding van Schiphol naar Groningen van de agenda te schrappen'. De partij wijst op de voortdurende financiele achterstelling van het noorden ten opzichte van de Randstad.

De PvhN wil zich absoluut niet bij een negatieve beslissing over de Zuiderzeelijn neer leggen. ' De randstedelijke bijziendheid maakt ook dat men inziet dat een doortrekken van de hogesnelheidslijn van Amsterdam naar Groningen en vandaar door naar Bremen de aansluiting op de sterke economieën van Noord-en Oost-Europa betekent. Dat zal zeker ook ten goede komen aan geheel Nederland, net als ten tijde van de Middeleeuwse hanzehandel.En ook in de 17e eeuw, toen Nederland nog een federale structuur kende, konden Groningen en Friesland een belangrijke rol binnen de Republiek vervullen, omdat zij zelf de middelen hadden om hun eigen infrastructuur, zoals bijvoorbeeld het stelsel van waterwegen, aan te leggen. Laat Noord-Nederland de komende decennia niet opgescheept zijn met verbindingen die eigenlijk niet meer aan de eisen van de 21e eeuw voldoen'.

De PvhN 'zal niet aarzelen om de weerstand onder de bevolking tegen de achterstelling van onze regio verder te organiseren. De als discriminatie ervaren achterstelling van Noord-Nederland zullen wij onder andere ook voorleggen aan de daarvoor in aanmerking komende Europese organen. Meer autonomie en zeggenschap over een evenredig deel van de aardgasbaten, dat is waar wij ons in Noord-Nederland sterk voor zullen maken'.

Standpunt FNP

Vanwege de relatief lage kosten, lage risico's en haalbaarheid op de korte termijn, en de relatief gunste ruimtelijk-economische effecten is de FNP voor de Hanzelijn plus-variant, in plaats van de Zuiderzeelijn.

In de Hanzelijnplusvariant wordt grotendeels bestaande spoorinfrastructuur verbeterd. De kosten van de Zuiderzeelijn wegen niet op tegen de economische voordelen. De Zuiderzeelijn is ook teveel gericht op (bijvoorbeeld recreatieve belangen) van de randstad, en tast het landschap teveel aan.

De FNP wil dat alle voor de Zuiderzeelijn gereserveerde gelden daadwerkelijk in het Noorden worden benut, en niet ook deels bijvoorbeeld voor infrastructuur voor Almere.

Daarbij wil de FNP (naast het investeren in bestaande Noordelijke infrastructuur) het geld inzetten voor andere projecten in het Noorden, zoals : 'it ûntwikkeljen en eksportearjen fan yntegrale managementtechniken yn de lânbou, ynnovative metoaden foar jachtbou, de haven fan Harns, de eksport nei East-Europa en it stimulearjen fan Fryske kennisklusters lykas de Hegeskoallen en Fryske Akademy'.

.