OSF: Kabinet beknot provincies en gemeenten - Hoofdinhoud

De OSF (Onafhankelijke Senaatstfractie) vraagt dinsdag 16 oktober bij de algemene beschouwingen in de Eerste Kamer aandacht voor de nadelige gevolgen van het Rijksbeleid voor beleidsruimte van provincies en gemeenten.

Over de provincies stelt de OSF dat er , ondanks een akkoord met het IPO, sprake is van een oneerlijke greep uit de provinciale kassen van vier maal 200 miljoen euro, waarbij provincies zaken gaan betalen die eigenlijk door het rijk zouden worden betaald omdat ze ook onder rijksverantwoordelijkheid vallen. Daarbij wordt dan ook nog bij de ene provincie aanzienlijk meer gehaald dan bij de andere. Hierover is intussen door de staten van Groningen een door de Partij voor het Noorden ingediende motie met algemene stemmen aangenomen, waarin duidelijk gesteld wordt dat "de rijksoverheid de provincie gedwongen heeft mee de begrotingsproblemen van het rijk op te lossen" en dat dit "de kleine beleidsruimte van de provincie nog verder beperkt".

Provincies worden tot bestedingen gedwongen en er wordt dus aan hun autonomie afbreuk gedaan ter wille van een mooi ogende rijksbegroting. De OSF wil weten of dit ‘zogenaamde akkoord’ ook de komende jaren doorgaat.

Ook de gevolgen van het Rijksbeleid voor gemeenten stemmen de OSF kritisch.

De maximering van het overgebleven deel van de OZB wordt teruggenomen. Maar tegelijk wordt een macronorm gesteld die kan leiden tot verkleining van het gemeentefonds als een andere gemeente te veel belasting gaat heffen. Per saldo leidt dit tot meer afhankelijkheid van anderen en dus tot minder autonomie. Daar komt nog bij dat het eigen belastinggebied van gemeenten tegen de wens van de OSF in extreem klein blijft. Het systeem Rijk meer geld, gemeente meer geld, betekent dat de gemeente in de praktijk niet de afweging zal maken of meer uitgaven opwegen tegen de daarvoor (door het rijk) geheven belastingen.

De OSF wil dat het kabinet een discussie over vergroting van het eigen belastinggebied voor gemeenten aangaat. Een discussie die door de Raad voor de financiële verhoudingen en de ROB uitdrukkelijk gestimuleerd wordt.