OSF stemt voor Verdrag van Lissabon

Met dank overgenomen van Onafhankelijke Senaatsfractie (OSF) i, gepubliceerd op zaterdag 30 augustus 2008.

De Eerste Kamer stemde op 8 juli in met het Verdrag van Lissabon (31.384). Dit verdrag moderniseert de bevoegdheden, de instellingen en de procedures van de Europese Unie. Het doel van het verdrag is de slagvaardigheid, coherentie en de democratische legitimiteit van de Europese Unie te vergroten. De OSF behoorde bij de voorstemmers.

Hendrik ten Hoeve: ‘Het is natuurlijk niet echt feest als wij een verdrag moeten goedkeuren waarvan wij weten dat het voorlopig toch blijft haken op de tegenstem die al uitdrukkelijk uit Ierland is gekomen, en op weerstanden in enkele andere landen. Maar diegenen die menen dat dit verdrag belangrijk is voor de vooruitgang van het hele Europese continent, hebben daarom misschien nog wel meer reden om duidelijk te maken dat zij dat vinden. Dat kan het duidelijkst worden getoond door, wat mij betreft, onder applaus dit verdrag aan te nemen’.

Ten Hoeve liet daarbij weten waardering te hebben voor de insteek van het kabinet, dat uit overtuiging positief bleef, maar wel heeft gewerkt aan een scherpere afbakening van de bevoegdheden binnen Europa. De OSF heeft daar bij diverse eerdere Europadebatten voor gepleit. Vooral de regeringen via de Europese Raden van ministers en de nationale parlementen moeten nu toezien dat Europa niet te veel van de staten ‘afpakt’.

Ten Hoeve stelde verder dat het verdrag ‘op een verantwoorde manier voldoende rekening houdt met bestemde, maar vooral ook onbestemde gevoelens ten opzichte van Europa. ‘

Versterkte samenwerking

De OSF noemde diverse positieve zaken die nu geregeld zijn, zoals wetgeving via normale democratische procedure. ‘Met besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid in de Raad en met goedkeuring van het Europees Parlement, waarbij het Parlement ook een volledig budgetrecht krijgt. Op die manier kan gemakkelijker en sneller tot besluitvorming worden gekomen, waardoor de slagvaardigheid van de Unie toeneemt. Op die terreinen waar unanieme besluitvorming vereist blijft, wordt het gemakkelijker om tot versterkte samenwerking te komen.

Het Europees openbaar ministerie mag er komen. Dit is voor grensoverschrijdende zaken zinvol, maar vooral ook een zichtbaar bewijs van gezamenlijk optrekken’.

Het verdrag is ook een stap vooruit door de impuls die wordt gegeven aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid. ‘Wij zijn er nog niet, maar wij gaan vooruit wat betreft een echt Europees buitenlands beleid en een Europese defensie-inbreng in het NAVO-bondgenootschap’.

Vooruitgang in dit verband is ook het uitdrukkelijk vastleggen van de onderlinge solidariteit in noodsituaties, inbegrepen militaire bedreigingen’.

‘ En dan het negatieve. Het is jammer dat Europa zijn inrichting moet vastleggen in 37 pagina's verdrag, 160 pagina's werkingsverdrag, 139 pagina's protocollen en dan als uitsmijter nog een Slotakte met 39 pagina's lang verklaringen over van alles en nog wat. Ondanks alle waardering wat betreft de inhoud is de vorm niet echt geschikt om het publiek uit voor te lezen’.

Rechtstreeks vertegenwoordigde regio's De OSF vindt dat verdere verbeteringen in de toekomst noodzakelijk zijn: Het verschil tussen staten en regio’s kan vervagen. Regio’s die dat willen moeten in de toekomst rechtsreeks deel kunnen uitmaken van de Europese Unie. Een stap in de goede richting is om het Europees parlement rechtstreeks, en niet meer via een naar staten ingedeeld districtenstelsel te kiezen. Ten Hoeve: ‘Daarom is voor mij een van de meest aansprekende delen van de twee herschapen EU-verdragen het hoofdstuk over non-discriminatie en het burgerschap van de Unie. Een burgerschap dat naast het nationale burgerschap komt, maar dat veel extra's te bieden heeft, omdat de Europese burger een heel grote ruimte van vrijheid, veiligheid en recht om in te leven wordt geboden. Europa slaagt er tot nu toe redelijk in om ook iedere nieuweling die daarin opgenomen wordt en waarvan het soms nauwelijks verwacht wordt, de mogelijkheid te bieden zichzelf te zijn, zonder gediscrimineerd te worden en zich op te trekken aan de rest van Europa’.

‘Dit nieuwe verdrag geeft Europa meer mogelijkheden om het noodzakelijke aan te pakken en daardoor ook meer mogelijkheden om nieuwe toetreders adequaat op te vangen in de structuren van de Unie. Uiteindelijk kan het Europese ideaal toch niet anders zijn dan dat alle Europese volken de zegeningen van deze Unie deelachtig kunnen worden?’

Voor informatie over het nieuw Europese verdrag: zie de themapagina op www.europapoort.nl.