Daniël over mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting

Met dank overgenomen van Artikel 50 i, gepubliceerd op woensdag 6 februari 2013.

Voorzitter,

De Europese Unie gaat er prat op dat zij opkomt voor mensenrechten. Waar ook ter wereld en zonder onderscheid des persoons. Dat is een nobel en waardig streven en iets wat wij Europeanen met de lessen uit ons verleden inderdaad in woord en gebaar moeten uitdragen.

Vz. er zijn een aantal supermensenrechten, die vallen onder het ius cogens. Het ius cogens is het allesoverheersende recht waar nooit en te nimmer van mag worden afgeweken. Voorbeelden daarvan zijn de verboden op genocide, slavernij en foltering. Het is de taak van iedereen ter wereld om daar tegen op treden.

Vz, de mensenrechten waar wij hier over spreken zijn mensenrechten ontleend aan verdragen. Maar verdragen hebben als nadeel dat ze politieke keuzes zijn. Dat merken we bij een van de belangrijkste mensenrechten, namelijk het recht op vrije meningsuiting.

Er zijn maar weinig staten in de wereld waar die vrijheid is gewaarborgd, zelfs in Nederland is die niet altijd veilig. Ook andere Europese regeringen zitten in hun maag met het recht dat burgers een eigen mening geeft. Om maar niet te spreken van allerhande schurkenstaten in Afrika, het Midden-Oosten, landen van de voormalige Sovjetunie en ja, eigenlijk, overal ter wereld.

Vz, Die constatering moet ons dwingen om de vrijheid van meningsuiting als absoluut speerpunt te maken van het mensenrechtenbeleid van de EU. Zonder dat recht zijn burgers niet in staat om autoriteiten uit te dagen en regeringen te controleren. De borging van vrijheid van meningsuiting is een van absolute voorwaarden van democratisering en ook daarom van extreem belang.

Ik zou graag willen dat de Commissie en de Raad duidelijk maken dat zij dit als absoluut speerpunt beschouwen in hun handelen en meenemen naar de Mensenrechtenraad van de VN.

Vz, bij afwezigheid van mevrouw Ashton, graag een reactie van mevrouw Creighton.