Samen in de klas

Met dank overgenomen van T.M. (Tanja) Jadnanansing i, gepubliceerd op donderdag 26 februari 2015, 13:32.

Foto Flickr / atelier PRO

Het onderwijs is dé emancipatiemotor van onze samenleving. Door iedereen gelijke kansen te geven, zorgen we ervoor dat alle kinderen hun talenten kunnen ontplooien, ongeacht hun afkomst of het opleidingsniveau van hun ouders. Helaas zijn we er nog lang niet, zo stelt onderwijssocioloog Paul Jungbluth in Vrij Nederland. En hoewel ik andere partijen hoor zeggen dat we het wel op orde hebben zie ik de emancipatiemotor van onze samenleving vastlopen, reden genoeg om de regering om actie te vragen.

Jungbluth wijst er maar weer eens op dat kinderen uit minder rijke gezinnen gewoon minder kansen krijgen. Het armste kwart van de leerlingen heeft vier keer zo veel kans om op zijn zestiende onderwijs lager dan vmbo-t te volgen dan het rijkste kwart van de leerlingen. Dat zijn schokkende cijfers, die mij vertellen dat er nog veel moet gebeuren in Nederland om echt gelijke kansen te creëren.

De laatste tijd was er veel aandacht voor excellente scholen en het laten excelleren van topleerlingen. Natuurlijk is dit goed, maar het mag nooit ten koste gaan van de talentontwikkeling van leerlingen die niet al op vroege leeftijd als excellent aangemerkt worden. En wat is excellentie eigenlijk? Alle leerlingen hebben talenten die ontwikkeld kunnen en moeten worden. Aangezien we weten dat leerlingen met arme ouders een grotere kans hebben om onderwijs lager dan vmbo-t te volgen, zouden we extra in deze leerlingen moeten investeren, zodat ook zij de kans krijgen om hun talenten te ontwikkelen.

Het is zorgelijk dat arm en rijk in Nederland grotendeels lang elkaar heen leven, zoals ook al in het rapport ‘Gescheiden werelden?’ werd aangegeven. Onderwijs zou juist de manier kunnen zijn om kansarme en -rijke jongeren bij elkaar te brengen. Maar dan moeten ze niet voortijdig uit elkaar gehaald worden, doordat leerlingen uit arme gezinnen op andere schooltypen terecht komen dan leerlingen uit rijke gezinnen. Het is dus ontzettend belangrijk dat leraren zich al vroegtijdig bezig houden met verschillende talenten, en uit elk kind halen wat er in zit.

Ik wil dat leerlingen met verschillende achtergronden op één school en in een klas zitten en van elkaar leren. We beginnen aan de basis, door kinderen al voor groep 1 samen te brengen en witte opvang en zwarte voorscholen te slechten. Door te komen tot een voorziening voor iedere kind van 3 tot 12 jaar. Maar ook later in hun schoolloopbaan moeten kinderen en jongeren elkaar blijven ontmoeten. Op brede buurtscholen en via voortgezet onderwijs waar we Vmbo, Havo en vwo niet van elkaar gescheiden wordt. Pas dan, als kinderen gelijke kansen krijgen en samen leren, krijgen we de emancipatiemotor van onze samenleving weer op toeren! En dat is waar de PvdA naar streeft!