Najaarsnota 2018: investeringen snel en verantwoord doen

Met dank overgenomen van A. (Aukje) de Vries i, gepubliceerd op maandag 24 december 2018, column.

Traditioneel vindt er in de laatste week voor het kerstreces een debat plaats over de Najaarsnota. Uit de Najaarsnota blijkt dat er in 2018 3,7 miljard euro minder is besteed dan verwacht. Zo'n 2,2 miljard hiervan betreft investeringsmiddelen voor Defensie en infrastructuur. VVD Tweede Kamerlid Aukje de Vries: “Geld overhouden klinkt leuk, maar de VVD wil de investeringen van dit kabinet graag snel uitgevoerd hebben. Het kabinet moet ervoor zorgen dat die euro's tijdig, maar zeker ook verantwoord en doelmatig worden ingezet.” Er is daarnaast nog veel onduidelijkheid over de energierekening in 2019, er circuleren nogal wat verschillende bedragen. Aukje de Vries: “Ik begrijp heel goed dat mensen onzeker zijn over de berichten in de media over alle stijgende kosten, terwijl zij nog geen duidelijk zicht hebben op hun loonstrookje in januari. Wij willen daarom dat de minister daarover in dit debat meer duidelijkheid geeft”.

De VVD heeft twee moties (mede) ingediend. Een over de gevolgen van klimaatmaatregelen en compenserende maatregelen en een over een pakket maatregelen voor te bereiden om de economie en begroting te kunnen stabiliseren, zodat bij een economische neergang wij goed voorbereid zijn.

Bijdrage Aukje de Vries bij het debat over de Najaarsnota 2018:

Nederland is een geweldig land, dat we samen hebben opgebouwd. Dat moeten we wat ons betreft ook koesteren en nog beter maken. Juist daarom is het zo belangrijk dat dit kabinet investeert in ouderenzorg, veiligheid, onderwijs en infrastructuur. Want je hebt er niets aan dat de begroting van de overheid op orde is als het verpleeghuis waar je ouders in zitten slecht is. Economische groei is mooi, maar als je jezelf niet veilig voelt in je wijk of op straat, dan heb je wel iets anders aan je hoofd. Die investeringen combineren we met lastenverlichting, omdat we vinden dat mensen in hun portemonnee moeten voelen dat het beter gaat.

Bij de presentatie van de Najaarsnota 2018 waren er ronkende teksten. ‘’De overheidsfinanciën verbeteren verder’’, en daar wordt een VVD'er in principe blij van. We moeten de rekening namelijk niet doorschuiven naar toekomstige generaties. Ons huishoudboekje moeten we op orde hebben. Het begrotingsoverschot 2018 komt naar verwachting uit op plus 0,9% van het bruto binnenlands product en de schuld daalt verder naar 52,7% van het bbp. Dit komt door de goede economische situatie, maar ook door de verwachte lagere overheidsuitgaven. Dat is natuurlijk positief. Als de economie groeit, vinden meer mensen een baan en neemt de werkeloosheid af. Maar toch wil ik daar een kanttekening bij plaatsen. Waar lagere overheidsuitgaven op het eerste gezicht positief lijken, wordt er feitelijk nog niet uitgevoerd wat wel is afgesproken. Uit de Najaarsnota blijkt dat er in 2018 3,7 miljard euro minder is besteed dan verwacht. Zo'n 2,2 miljard hiervan betreft investeringsmiddelen voor Defensie en infrastructuur. Dit mag gelukkig meegenomen worden naar latere jaren. Het geld voor deze noodzakelijke investeringen is dus niet weg. Maar de VVD wil de prioriteiten van dit kabinet ook graag snel uitgevoerd hebben en zij wil dat de afgesproken investeringen in de publieke sector ook daadwerkelijk gaan plaatsvinden. Het kabinet moet ervoor zorgen dat die euro's tijdig, maar zeker ook verantwoord en doelmatig worden ingezet, zodat we ook bereiken wat we hebben afgesproken en wat we wilden bereiken.

Voorzitter. Wat ging er deze gevallen mis? Waarom zijn deze extra middelen blijkbaar ingepland in die jaren? Je weet toch dat je dat voor wegen en defensiematerieel niet even in een paar maanden kan regelen? Dit terwijl het ministerie van Financiën toch ook een rol had, zeker bij het vrijgeven van die middelen uit het regeerakkoord. Heeft dit soms te lang geduurd, waardoor er geen tijd meer was om de middelen uit te geven?

Openstaande taakstellingen

We zien dat er bij sommige ministeries nog taakstellingen openstaan die ingevuld moeten worden. Een voorbeeld daarvan is bij het ministerie van Onderwijs. Niet alleen had dit ministerie nog een fors gat in de begroting bij het begin van het kabinet-Rutte III, een erfenis van PvdA-minister Bussemaker, maar ook nu nog zijn er taakstellingen, volgens ons ter grootte van 183 miljoen euro. De VVD wil dat er een duidelijk overzicht van alle taakstellingen van alle ministeries in de financiële stukken wordt opgenomen, en dat voor de volgende Miljoenennota ook een concrete invulling wordt voorgesteld van deze taakstellingen. Kan de minister dat toezeggen? Te vaak wordt namelijk het probleem uiteindelijk centraal neergelegd en moeten andere ministeries voor de oplossingen zorgen. Te gemakkelijk wordt een probleem vooruitgeschoven en de rekening elders neergelegd.

Kasschuiven

Dan het fenomeen kasschuiven. Soms zijn ze helaas noodzakelijk, omdat zo middelen voor defensie en infrastructuur beschikbaar kunnen blijven. Maar het is het schuiven van geld van nu naar de toekomst, om dit later te besteden. Daarbij is een opvallend ander voorbeeld, wederom, het ministerie van Onderwijs. Er vindt een kasschuif plaats van 15 miljoen euro uit 2021 naar nu ten behoeve van de algemene mediareserve, omdat in 2018 de Ster-inkomsten wederom tegenvallen. De afspraak is, zoals ik al eerder zei, dat een ministerie zijn eigen tegenvallers oplost, maar dat doe je nu dan feitelijk door geld uit de toekomst te lenen. Waarom is dit geval toegestaan door het ministerie van Financiën en waarom is dit niet anders opgelost? En hoe weten we zeker dat deze schuif geen probleem oplevert in de toekomst? En als het dan echt niet anders kan, waarom dan geld uit 2021, en niet uit 2019 of 2020? Het lijkt erop alsof je je salaris uit 2021 nu al uitgeeft aan een mooie vakantie, terwijl je maar een jaarcontract hebt.

Ramingen

Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen ben ik al ingegaan op het slecht ramen van de hoogte van de zorgpremie. Maar we zien meer slechte ramingen, bijvoorbeeld van de studentenaantallen door het ministerie van OCW, en van de WW-uitgaven door het ministerie van Sociale Zaken, waar we te maken krijgen met tegenvallers. Er is recent ook nog gekeken naar de raming van de belastinginkomsten, want ook daar zijn vaak grote verschillen. Er is een gemiddelde voorspelfout van 3,4% voor het jaar 2017. Welke acties zet de minister op om verbeteringen in alle ramingen aan te brengen?

Erf- en schenkbelasting

In deze Najaarsnota zit ook weer een tegenvaller 237 miljoen euro op de erf- en schenkbelasting. In de Miljoenennota, in september van dit jaar, was er ook al een tegenvaller bij de erf- en schenkbelasting. Eerder was al duidelijk dat er ook veel foutieve aanslagen zijn opgelegd. Mensen moesten te lang wachten op duidelijkheid over hun aanslag en zaten lang in onzekerheid. Waar zit deze tweede fout nu? Hoe zit dat nu precies? Hoe kan je foute raming op foute raming stapelen?

De staatssecretaris van Financiën heeft eerder toegezegd dat het geld dat niet kon worden geïnd uiteindelijk wel binnen zou komen. Nu wordt de ramingsmethode aangepast. Het is wat ons betreft wel een gegoochel met cijfers geworden. Het is voor de Tweede Kamer niet meer te controleren of al het geld uiteindelijk allemaal binnenkomt. Dat moet dus anders, want de Tweede Kamer moet gewoon haar controlerende taak kunnen vervullen. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat wij kunnen controleren dat het geld ook binnenkomt? Ik wil de minister vragen om in te gaan op die bijstelling van de raming van erfbelasting. Voor 2019 zijn er wéér minder inkomsten geraamd, en dat is gek. Een deel van de achterblijvende inningen uit 2017 is namelijk geraamd voor 2018, maar ook die inningen lopen achter. Dat zou toch betekenen dat er juist meer inkomsten in 2019 zouden moeten zijn? En hoe ziet de minister zijn eigen rol en die van het ministerie van Financiën bij de correctheid van ramingen?

Regeling Vervroegde Uittreding (RVU)

Dan een andere meevaller in de Najaarsnota, namelijk bij de Belastingdienst omdat ze geen of minder RVU-heffing hoeven te betalen voor de reorganisatie. En alhoewel het hier natuurlijk eigenlijk geen meevaller is omdat de Belastingdienst zelf die heffing oplegt en die dus ook niet binnenkrijgt, zijn er ook andere ministeries die met een RVU-heffing of boete te maken krijgen, zoals het ministerie van Defensie. Daar is het helemaal wrang, omdat deze heffing betaald moet worden omdat mensen, zoals afgesproken, gewoon eerder moeten stoppen met werken. De VVD begrijpt dat het ministerie van Defensie in bezwaar zal gaan tegen de RVU-heffing. Welke kansen zijn er daarbij? Welke financiële voordelen zou dit bij een positieve uitspraak kunnen opleveren voor Defensie? Wanneer kan hierover duidelijkheid zijn vanuit de Belastingdienst?

Collectieve lasten en uitgaven

Bij de Algemene Financiële Beschouwingen heb ik al een punt gemaakt van de collectieve lasten en uitgaven. We moeten blijven nadenken over verlaging van de collectieve lasten en meer koopkracht van mensen. Bij de uitgaven ontkomen we er niet aan om de uitgaven voor zorg en sociale zekerheid, die zo'n twee derde deel van alle collectieve uitgaven omvatten, te beteugelen, want anders zullen deze uitgaven alle ruimte opsnoepen. Zelfs in een periode waarin de economie groeit en de werkloosheid daalt, stijgen de WW-uitgaven. Hoewel er voor de zorg hoofdlijnenakkoorden zijn afgesloten, stijgen de zorgkosten deze kabinetsperiode nog steeds met zo'n 16 miljard euro. De minister gaf bij de Algemene Financiële Beschouwingen aan dat hij daar met zijn collega's van Sociale Zaken en Volksgezondheid mee aan de slag wil om voor de toekomst een oplossing te zoeken. De vraag is wat hij nu concreet gaat doen de komende periode. Gewoon afwachten wat er gebeurt, is wat ons betreft geen optie.

Energierekening

Voorzitter, tot slot. Ik begrijp heel goed dat mensen onzeker zijn over de berichten in de media over alle stijgende kosten, terwijl zij nog geen duidelijk zicht hebben op hun loonstrookje in januari. Er is in ieder geval nog veel onduidelijkheid voor de mensen over hun energierekening in 2019. Er circuleren heel veel verschillende getallen. Wij zouden graag willen dat de minister daarover in dit debat meer duidelijkheid geeft.

Dank u wel, voorzitter.