VVD: gaswinning Groningen zo snel mogelijk naar nul brengen

Met dank overgenomen van A. (Aukje) de Vries i, gepubliceerd op donderdag 12 maart 2020, column.

De VVD vindt dat we het maximale moeten doen om de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk naar nul te brengen, om daarna het Groningenveld te kunnen sluiten. Hiermee wordt recht gedaan aan het veiligheidsbelang van de Groningers. De veiligheid van de Groningers moet voorop staan. Dit wetsvoorstel is één van de stappen om dit waar te maken. De wet regelt dat de grootste negen afnemers per 1 oktober 2022 geen gebruik meer maken van laagcalorisch gas (uit Groningen) en dat de overige grootverbruikers een verbruiksplafond van 100 miljoen kuub laagcalorisch gas krijgen. De VVD heeft in het debat ook aandacht gevraagd voor de leveringszekerheid. Huishoudens mogen niet in de kou komen te zitten. Voor de bedrijven die geen gebruik meer mogen maken van laagcalorisch gas moet het natuurlijk wel ook gewoon goed geregeld worden.

Inbreng VVD Tweede Kamerlid Aukje de Vries bij het debat ‘Wijziging Gaswet betreffende het beperken van de vraag naar laagcalorisch gas van grote afnemers’van woensdag 11 maart 2020:

Dank u wel, voorzitter. Op 29 maart 2018 heeft het kabinet het besluit genomen om de gaswinning uit het Groningenveld definitief te beëindigen. Dat is meer dan waar wie dan ook in het begin van deze kabinetsperiode op had durven hopen of over had durven dromen. Hiermee wordt recht gedaan aan het veiligheidsbelang van alle Groningers. Die veiligheid van de Groningers moet wat ons betreft vooropstaan. Dit wetsvoorstel is een van de stappen om dit waar te maken. We moeten het maximale doen om de gaswinning zo snel mogelijk naar nul te brengen om daarna het Groningenveld te sluiten. Maatregelen die daartoe bijdragen moeten voortvarend worden opgepakt en deze wet draagt daaraan bij. De wet regelt dat de grootste negen afnemers per 1 oktober 2022 geen gebruik meer maken van laagcalorisch gas en dat de overige grootverbruikers een verbruiksplafond van 100 miljoen kuub laagcalorisch gas krijgen.

Voorzitter. De minister geeft aan dat het wetsvoorstel een effectieve en efficiënte vermindering van de vraag naar laagcalorisch gas regelt. Opmerkelijk is dan wel dat Gasunie Transport Services in eerste instantie heeft aangegeven dat de toegevoegde waarde van het wetsvoorstel beperkt is. Dit omdat tegen de tijd dat het verbod van kracht wordt in oktober 2022, er waarschijnlijk bijna geen gas meer wordt opgepompt in Groningen. Kan de minister daar nog eens uitgebreid op ingaan?

In de memorie van toelichting wordt gezegd dat het wetsvoorstel niet alleen op de reductie van het winningsvolume ziet, wat volgens mij het feitelijke doel is, maar ook op een bijdrage aan de capaciteitsreductie en het behoud van een robuust gassysteem. De verwachting is dat alle negen grote afnemers zullen overschakelen naar hoogcalorisch gas. Hoe draagt dit bij aan capaciteitsreductie en het behoud van een robuust gassysteem? In hoeverre wordt gekeken of de negen grote afnemers niet overschakelen naar hoogcalorisch gas maar hun tijd, energie en geld inzetten op de overschakeling naar een duurzamer alternatief in relatie tot het Klimaatakkoord? In hoeverre zorgt deze wet op sommige punten voor een tegengestelde ontwikkeling als het gaat om de CO2-uitstoot, zoals door een aantal partijen wordt beweerd?

Voorzitter. De VVD vindt naast de veiligheid van de Groningers ook de leveringszekerheid belangrijk. Huishoudens mogen niet in de kou komen te zitten. Dit wetsvoorstel gaat natuurlijk over grote afnemers, maar die zorgen in een aantal gevallen ook weer voor warmte bij kleine afnemers, bij de huishoudens. De VVD is blij dat de minister in de wet via een nota van wijziging een correctiemogelijkheid heeft opgenomen voor het verbruiksplafond van 100 miljoen kuub. Zo kan beter aan de leveringszekerheid worden voldaan. Maar hoe houdt de minister in de gaten of de grote afnemers tijdig, voor oktober 2022, klaar zijn voor een verbod op het gebruik van laagcalorisch gas en voor het verbruiksplafond? Zijn er nu voldoende garanties dat de leveringszekerheid niet in het geding komt? De VVD vraagt de minister het traject goed te monitoren om te voorkomen dat er risico's en tegenvallers opdoemen. Hoe gaat hij dit doen? Is er voldoende back-up voor de leveringszekerheid voor de kleine en grote afnemers als zich onverhoopt tegenvallers bij de ombouw voordoen?

Voorzitter. Het wetsvoorstel voorziet in nadeelcompensatie indien afnemers door het verbod op laagcalorisch gas onevenredige schade lijden. Wat verstaat de minister onder "onevenredig" als het gaat om schade? Er is een bedrag van 75 miljoen euro beschikbaar voor nadeelcompensatie. Heeft de minister goed gekeken en goed geregeld dat de compensatie niet als staatssteun wordt gezien? Ook Gasunie Transport Services -- een aantal collega's sprak daar zonet al over -- zal nog moeten investeren om ervoor te zorgen dat de negen grote afnemers tijdig kunnen overschakelen en van het laagcalorisch gas af kunnen. De kosten daarvan worden geraamd op 85 miljoen euro en worden uiteindelijk natuurlijk doorberekend in de tarieven. De raming is dat het 0,5% hogere tarieven zal opleveren. Waar gaan die tariefsverhogingen terechtkomen? Komen die alleen bij de bedrijven terecht of ook bij het mkb en de consumenten? Dat zouden wij als VVD onwenselijk vinden.

Voor de nadeelcompensatie zou de beleidsregel begin 2020 worden afgerond. Is dat inmiddels het geval? Biedt de beleidsregel voor de bedrijven voldoende duidelijkheid? Is deze ook werkbaar? In de nota van wijziging heeft de minister aangekondigd dat hij ook nog de mogelijkheid wil hebben voor een ministeriële regeling om procedurevoorschriften vast te stellen voor de aanvraag van nadeelcompensatie. Wat is daar precies de bedoeling van? Gaat hij dat daadwerkelijk doen? Zo ja, wanneer is deze gereed?

Voorzitter. Een aantal collega's heeft het al over de ontheffingsmogelijkheden gehad. Het wetsvoorstel heeft twee gronden voor ontheffing. De eerste is vertraging door omstandigheden die niet aan de afnemer zijn toe te rekenen of redelijkerwijs niet door hem hadden kunnen worden voorzien of voorkomen. De tweede is de situatie waarin een afnemer overstapt naar een andere energiebron dan hoogcalorisch gas, bijvoorbeeld een duurzame bron. De minister heeft op vragen van de VVD aangegeven dat hij daarvoor geen criteria wil opstellen. Dat vinden wij spijtig, want de vraag blijft nu hangen wanneer een dergelijke ontheffingsmogelijkheid ingezet kan worden. Als Gasunie Transport Services de aansluiting voor hoogcalorisch gas niet op tijd gereed heeft, valt dat daar dan onder? Als een van de negen afnemers vertraging oploopt door beroeps- of bezwaarprocedures, valt dat daar dan onder? Hoe wordt omgegaan met de ontheffingsmogelijkheid als een onderhoudsstop kort na oktober 2022 ingepland staat, wat een natuurlijk moment zou zijn om over te gaan? Wordt daar een ontheffingsmogelijkheid voor ingezet?

Voorzitter. Oorspronkelijk zou dit wetsvoorstel 1 januari 2020 ingaan. Dat lukt in ieder geval niet meer. De ombouw voor 1 oktober 2022 was daar ook op gebaseerd. Kunnen GTS en de afnemers nu realistisch gezien nog tijdig gereed zijn voor oktober 2022? Is de ontheffingsmogelijkheid daar ook voor bedoeld? Wat zijn dan ook weer de gevolgen voor het Groningenveld als het onverhoopt niet allemaal lukt voor oktober 2022? Hoe monitort de minister dat?

Een paar collega's hebben net al aangegeven dat laagcalorisch gas door bedrijven soms niet alleen als brandstof wordt gebruikt, maar ook als grondstof. Wat zijn de gevolgen van het verbod voor die bedrijven? Hoe kijkt de minister aan tegen een eventuele uitzondering in de wet voor dit specifieke element? Volgens mij heeft de SGP daar inmiddels al een amendement over ingediend. Wat zouden daarvan weer de gevolgen zijn, met name voor de afbouw van het Groningenveld? Waarom wordt hiervoor niet afgesproken dat voor dit deel kan of moet worden overgeschakeld op pseudo-Gronings gas?

Tot slot, voorzitter. We willen zo snel mogelijk naar nul als het gaat om het Groningenveld vanwege de veiligheid van de Groningers en om de aardbevingen zo veel mogelijk te beperken. Daarom wil de VVD tot slot graag van de minister weten wat de stand van zaken is van alle overige maatregelen om de gaswinning in Groningen naar nul te brengen. Maandag bracht hij een bezoek aan Zuidbroek, waar gestart werd met de bouw van een stikstoffabriek. We zijn benieuwd wat de stand van zaken is van alle maatregelen en of die op schema liggen.

Dank u wel, voorzitter.