De focus moet liggen op het pensioen van de burgers, niet op de pensioenpot.

Met dank overgenomen van BoerBurgerBeweging (BBB) i, Tweede Kamerfractie BoerBurgerBeweging (BBB) i, gepubliceerd op zaterdag 17 september 2022.

BBB is erg kritisch over de voorliggende pensioenwet ‘Toekomst Pensioenen’. Fractievoorzitter Caroline van der Plas pleitte in de Kamer voor behoud van het huidige systeem, maar met aanpassingen. ‘Het nieuwe systeem, door sommigen mensen en ook hier in deze zaal een casino-systeem genoemd, is onvoorspelbaar en instabiel.’ aldus fractievoorzitter Caroline van der Plas.

Onze boodschap: Focus op het pensioen van de burgers en niet op de pensioenpot. Behoud het huidige systeem met een paar aanpassingen. Behandel het pensioen voor wat het is: uitgesteld loon. Het is hun geld, maar wij spelen er nu de baas over. Pas het systeem van de rekenrente aan door ook rendement mee te nemen in de afweging voor indexering. Stel het systeem open voor ZZP’ers en integreer oude pensioenopbouw standaard in het meest actuele pensioen waar je aan het opbouwen bent. En tot slot, een hele belangrijke, neem de stem van de gepensioneerden mee als zwaarwegend advies. Mensen voelen zich nu totaal niet gehoord.

Lees de hele inbreng onder de video!

Voorzitter, de kern van de voorliggende pensioenwet is dat 1.800 miljard pensioenvermogen van bijna 10 miljoen Nederlanders, van wie 7 miljoen deelnemers en 3 miljoen gepensioneerden, wordt omgezet naar een pensioenvermogen per individuele deelnemer. Volgens sommigen is het opgebouwde vermogen zo groot dat je met alle huidige deelnemers en gepensioneerden zelfs vanaf nu premievrij iedereen van een pensioen zou kunnen voorzien. Maar ik ben niet in staat om dat precies na te rekenen. Om het wantrouwen tegen het nieuwe stelsel weg te nemen, maakte het kabinet het per 1 juli, na tien jaar van vrijwel stilstand, opeens mogelijk de pensioenen weer wat te verhogen.

De pensioenfondsen die dat deden, moesten wel eerst beloven akkoord te gaan met de wet Toekomst Pensioenen, die er dus nog niet is. De parallellen met de Stikstofwetgeving waarbij provincies plannen moeten maken met de nieuwe normen die tegen de huidige wetgeving ingaan, baart ons wel zorgen. Dit is blijkbaar een nieuwe trend van dit kabinet: mogelijke toekomstige wetten afdwingen via chantage van organisaties die ze moeten uitvoeren. Stel dat de nieuwe pensioenwet al 5 jaar geleden was ingevoerd, dan waren de pensioenen de afgelopen jaren niet alleen niet geïndexeerd, maar waren de pensioenen verlaagd en de premies verhoogd vanwege de lage rente.

In de nieuwe situatie weet je niet wat je toekomstig pensioen minimaal is, maar krijg je een jaarlijkse berekening op basis van de ontwikkelingen in het afgelopen jaar. Je weet dus totaal niet waar je aan toe bent. Bij de jongere deelnemers zullen die schommelingen het grootst zijn. Bij pensioenen gaat het altijd om twee zaken: rente ontwikkeling en levensverwachting. Beide zaken zijn ontwikkelingen die in het nieuwe systeem volledig voor rekening van de burger zijn. Er is geen sprake meer van een solidair systeem, maar van een individueel systeem. Ieder voor zich dus en niet de overheid of pensioenfondsen voor ons allen. En dat is de trend onder de kabinetten Rutte. Het afkeuren van het huidige systeem lijkt volledig ingegeven door de dalende rentes van de afgelopen jaren. Deze is nu in korte tijd gestegen van 0,6 naar ruim 2,0 procent. Er is dus ook geen acute noodzaak om deze wet op basis van voornoemde reden koste wat het kost snel door te willen voeren. Het huidige systeem is stabiel en voorspelbaar. Het nieuwe systeem, door sommigen mensen en ook hier in deze zaal een casino-systeem genoemd, is onvoorspelbaar en instabiel. Iedereen weet dat in een casino er maar één partij is die gegarandeerd wint en dat is niet de deelnemer.

Aanpassen van het rekenrente systeem

We kunnen beter het rekenrente systeem van het huidige stelsel wat aanpassen, zodat er ook in jaren, zoals achter ons liggen, met lage rentes er toch geïndexeerd kan worden. De rente was wel laag, maar het rendement zo’n 7%, dus de pensioenpot groeide en de portemonnee van de gepensioneerde werd leger en leger. Iedereen ouder dan 50 jaar gaat straks minder pensioen opbouwen. Er moet focus komen op het pensioen van de burgers met de daarbij behorende beoogde indexatie voor het behoud van koopkracht, geen focus op de pensioenpot. Welke zekerheid hebben we op een goed indexatiebeleid in het nieuwe stelsel? Het nieuwe systeem zou beter moeten gaan inspelen op de ontwikkelingen in de arbeidsmarkt. Dat pakt positief uit op één punt: wanneer je vaak van baan wisselt, hoef je niet elke keer actie te ondernemen om je oude pensioen met dat van de nieuwe werkgever samen te voegen. Ga dat dan aanpakken, want dat kan simpeler, bijvoorbeeld door automatisch bij een nieuwe aanmelding het oude op laten halen door de pensioenuitvoerder.

Beseffen we ook wel dat nu we niet zonder arbeidsmigranten kunnen en veel partijen hier in het asieldebat nog pleiten voor verder openstellen van onze grenzen, dat juist ook die groepen de dupe worden van het nieuwe stelsel? Dat als zij bijvoorbeeld ouder zijn dan 45, ze straks een zeer krap pensioen krijgen en we dus een stortvloed van mensen gaan krijgen die zich bij de gemeentelijke loketten gaan melden voor steun. Kan de minister garanderen dat dit niet zo is en als het wel zo is, dit te compenseren? Beseffen we wel dat als de inflatie toeneemt de oudere werknemers en migranten een nog groter slachtoffer worden van het nieuwe systeem?

En beseffen we wel dat de gescheiden mensen die een pensioendeel van hun partner meekregen, omdat ze bijvoorbeeld jarenlang zorgtaken uitvoerden of minder verdienden, dat die bij overlijden van hun ex-partner kunnen fluiten naar hun nabestaandenpensioen waar wel aan is meebetaald? Hoe gaat dat gecompenseerd worden en waar blijven die betaalde risicopremies? Of zie ik dit verkeerd? Beseffen we wel dat als de rente stijgt er extra geld in de solidariteitspotten gestopt gaat worden door de pensioenuitvoerders, terwijl het qua rendement niet nodig is? Een pensioenuitvoerder probeert namelijk altijd maximaal te reserveren binnen de regels om meer dan elk risico uit te sluiten. Pensioenuitvoerders nemen geen risico, daarom zit er nu ook 1.800 miljard in de pot. Dus we gaan weer extra geld oppotten, waar we niet zelf bij kunnen, dus zo persoonlijk is het nieuwe stelsel niet, terwijl de mensen nu geld

nodig hebben voor pensioen of lagere premies.

Niet geïndexeerd?

De kans is reëel dat ook komende jaren de gepensioneerden niet geïndexeerd gaan worden, omdat de pensioenuitvoerders eerst de solidariteitspot gaan vullen en daar hun rendement aan gaan besteden. Hoe kijkt de minister hiernaar? De solidariteit gaat uit het systeem. Voor de werkgever lijkt dit op het eerste gezicht gunstig, want die zijn nu van alle risico’s af. Maar dat is een dode mus als, zoals nu, de rente sterk stijgt. Pas na drie jaar kunnen de premies dan omlaag. De premie is straks gebaseerd op de leeftijd van het werknemersbestand bij een bedrijf of organisatie. En niet op jouw leeftijd en gewenst pensioen in de toekomst, dus focus op het pensioen van de burgers. Verder hangt de hoogte van de premie straks af van de leeftijdsopbouw onder je werknemers. Deze premie kent echter een maximum. Dus als jouw medewerkers gemiddeld ouder dan 50 jaar zijn, dan gaan jouw medewerkers straks bij pensionering een tekort krijgen in hun pensioenuitkering. Daar mag je niets aan doen als werkgever, behalve misschien op de jaarlijkse reünie wellicht een extra borrel schenken om het leed te verzachten. De solidariteit is weg. Een werknemer van 30 jaar die op zoek is naar een goede pensioenopbouw is straks het beste af als hij gaat werken bij een bedrijf met oude werknemers. Daar kun je ook nog eens veel van leren, overigens.

Als je zelf al ouder dan 50 bent, dan ben je gewoon altijd de sjaak. Je kunt wel op zoek gaan naar bedrijf met een gemiddeld hogere leeftijd dan jijzelf, maar de wet spreekt over een maximum premie die gebaseerd is op gemiddeld 50 jaar. En dan de uitvoeringskosten van deze hele operatie, de overgangskosten. Er wordt gesproken over 5 tot 10 miljoen per pensioenuitvoerder. Dat geld kunnen we nu beter besteden aan onze gepensioneerden. Of wordt dit de nieuwe volgende crisis over een paar jaar?

Conclusie: focus op het pensioen van de burgers en niet op de pensioenpot. Behoud het huidige systeem met een paar aanpassingen. Behandel het pensioen voor wat het is: uitgesteld loon. Het is hun geld, maar wij spelen er nu de baas over. Pas het systeem van de rekenrente aan door ook rendement mee te nemen in de afweging voor indexering. Stel het systeem open voor ZZP’ers en integreer oude pensioenopbouw standaard in het meest actuele pensioen waar je aan het opbouwen bent. En tot slot,

een hele belangrijke, neem de stem van de gepensioneerden mee als zwaarwegend advies. Mensen voelen zich nu totaal niet gehoord.

Ik heb nog tot slot een paar vragen aan de minister. De minister schrijft in antwoorden op vragen van BBB dat 83,2% van de werknemers zeer tevreden is over de pensioenregeling. Kan de minister aangeven wat de tevredenheid is onder gepensioneerden de afgelopen tien jaar? Klopt het dat de wetgever geen harde garanties kan geven dat bepaalde leeftijdscohorten nadeel gaan ondervinden van de overstap naar de nieuwe pensioenwet? Heeft de minister het idee dat een werknemer tijdens de transitieperiode goed kan beoordelen wat er is gebeurd met zijn of haar pensioen tijdens de transitie? Kan de minister aangeven wat er in 2022 voor de gepensioneerden wordt gedaan? Worden bijvoorbeeld de opgebouwde bedragen uit het oude stelsel naast het bedrag in het nieuwe systeem getoond? Of moeten we alle werknemers adviseren deze bedragen bij hun pensioenuitvoerders op te vragen, ter vergelijk straks, aangezien deze niet getoond worden op mijnpensioenoverzicht.nl? En kunnen mensen die na 1 januari 2027 met pensioen gaan en dan pas de gevolgen van het nieuwe systeem ervaren, dan alsnog in beroep gaan of klachten indienen over de uitgevoerde transitie? Waarom accepteren we wel dat de buffers in het nieuwe stelsel lager kunnen zijn, terwijl dat in het oude systeem niet zou kunnen? Uiteraard heeft de coalitie nu een meerderheid, maar vele peilingen en onderzoeken geven aan nu dat mensen nu totaal

anders willen stemmen en/of geen vertrouwen meer hebben in het huidige kabinet. Neemt het kabinet deze gevoelens überhaupt mee of blijft het kabinet een samenlevingsontkenner?

Hoe kun je mensen zo behandelen en zo in de onzekerheid storten?

Vindt de minister het ook niet heel raar dat scenario’s met hoge inflatie niet zijn gemaakt?

Vindt de minister dat wij, als Kamer, de wet nauwkeurig kunnen wegen zonder dat wij de parameters hebben? Zo ja, kan de minister dit dan uitleggen? Kleine variatie in scenario’s kan al leiden tot tienduizenden euro’s verschil. Vindt de minister dit acceptabel en hoe zou dat anders kunnen, want straks is er immers geen weg meer terug? De Seniorencoalitie waarschuwde in maart al voor inflatie,

dat toen nog maar 7% was. Ze hebben aangegeven dat het kabinet doof is voor deze kritiek. Hoe reflecteert de minister hierop? Vele groepen, tot slot, hebben kei en keihard gewerkt en gezorgd

voor onze welvaart. Wij storten deze mensen nu in grote onzekerheid. Zij zijn altijd trouw

geweest aan de overheid. Ze hebben hun premies betaald, ze hebben trouw hun belasting betaald en ze zijn altijd trouw geweest aan de overheid, op wie ze rekenden. Hoe kun je mensen zo

behandelen en zo in de onzekerheid storten?’

Bekijk hier het hele debat terug.