Artikelen bij COM(2017)491 - Verslag over de uitvoering van de strategie voor handelsbeleid Handel voor iedereen - Zorgen voor vooruitstrevend handelsbeleid om de mondialisering in goede banen te leiden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 13.9.2017

COM(2017) 491 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Verslag over de uitvoering van de strategie voor handelsbeleid Handel voor iedereen

Zorgen voor een vooruitstrevend handelsbeleid om de mondialisering in goede banen te leiden


I. Inleiding


Twee jaar geleden werd in de strategie Handel voor iedereen een visie uiteengezet voor een handelsbeleid dat transparant en verantwoord is, ten goede komt aan alle burgers en zorgt voor banen, groei en moderne oplossingen voor de omstandigheden van de huidige wereldhandel. Sindsdien is het klimaat waarin de EU haar handelsbeleid voert, ingrijpend veranderd. In Europa heeft een ongekend publiek debat plaatsgevonden over het doel en de legitimiteit van handelsovereenkomsten. Tegelijk stak ook bezorgdheid over de effecten van mondialisering weer de kop op. In de wereldhandel bestaat een reëel gevaar van een heropleving van het protectionisme. Een toenemend gebruik van binnenlandse beleidsmaatregelen die schadelijk zijn voor andere landen, zelfs bij de grootste economieën, ondermijnt het gereguleerde multilaterale handelssysteem.


In dit klimaat is meer dan ooit behoefte aan een doeltreffend en transparant handelsbeleid dat is gebaseerd op waarden. De grondbeginselen van de strategie Handel voor iedereen vormen de richtsnoeren voor de aanpak van de EU: openheid in combinatie met een gelijk speelveld, strenge normen op het gebied van arbeids-, milieu-, consumenten- en sociale bescherming, gekoppeld aan de juiste interne beleidsmaatregelen, blijft de meest geschikte manier om te zorgen dat mondialisering aan alle Europeanen ten goede komt. De EU is voorstander van een gereguleerd multilateraal handelssysteem dat onze welvaart ondersteunt. Dit is van essentieel belang om ervoor te zorgen dat handel wereldwijd een positieve kracht wordt in lijn met de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. In de beleidsreactie van de EU wordt gezocht naar partners zoals Canada, Japan, Mexico, Mercosur, Australië of Nieuw-Zeeland, die samen willen werken bij het opstellen van open en vooruitstrevende regelgeving voor de omstandigheden van 21e-eeuwse handel.


Bij de strategie Handel voor iedereen is rekening gehouden met tal van problemen waarvan bedrijven, consumenten en werknemers op dit moment verwachten dat deze worden geregeld in handelsovereenkomsten. De verbintenissen om rechtvaardige mededingingsvoorwaarden te handhaven voor de bedrijven van de EU, de Europese sociale en milieunormen te beschermen en transparant te onderhandelen, hebben niets van hun geldigheid verloren. De volledige uitvoering van deze verbintenissen is echter niet zonder uitdagingen: na twee jaar vormt dit verslag een gelegenheid om de voortgang tot nu toe in kaart te brengen.


In plaats van in te gaan op het gehele spectrum aan EU-maatregelen inzake handelsbeleid, is dit verslag gericht op het werk aan de verbintenissen in het kader van Handel voor iedereen sinds oktober 2015. Het verslag is bedoeld als aanvulling op andere verslagen, zoals het eerste jaarlijkse verslag over de uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten, dat later deze herfst wordt gepubliceerd, het jaarlijkse verslag over handels- en investeringsbelemmeringen en een groot aantal documenten die zijn gepubliceerd met betrekking tot lopende onderhandelingen. Dit verslag bevat onder meer resultaten, gebieden waar nog meer werk moet worden verzet, opgedane ervaringen en de implicaties voor de prioriteiten van de Commissie tijdens de volgende uitvoeringsfase.


II. Een handelsbeleid dat mondialisering in goede banen leidt

In mei heeft de Commissie uitgenodigd tot een debat over wat de EU kan doen om mondialisering in lijn met onze gedeelde belangen en waarden vorm te geven. 1 Mondialisering gaat om veel meer dan handel en de gevolgen ervan gaan samen met die van technologische verandering. Het staat echter vast dat handelsbeleid een belangrijke rol moet spelen bij het streven om deze gevolgen positief te laten uitpakken voor mensen en bedrijven in Europa en daarbuiten. Wereldhandel biedt tal van kansen indien we ervoor kiezen deze handel zelf vorm te geven: de openstelling tot stromen van goederen, diensten, mensen en kapitaal heeft de groei, het concurrentievermogen en het consumentenwelzijn van de EU een enorme impuls gegeven, en er is potentieel om nog meer te bereiken.


Door de mondialisering zijn er complexe productieketens ontstaan, waarin waarde wordt toegevoegd in meerdere landen. Het wegnemen van belemmeringen voor de handel is van essentieel belang indien de EU gebruik wil kunnen blijven maken van deze wereldwijde waardeketens teneinde groei te genereren en te zorgen dat de waardeketens aan alle Europese burgers ten goede te komen, zoals importeurs, exporteurs, werknemers, consumenten. Het afsluiten van de EU-markt of het opwerpen van protectionistische barrières zou niet alleen schadelijk zijn voor de sterk geïntegreerde EU-economie, maar ook voor die van de partners van de EU, waaronder de armste landen ter wereld. Als grootste handelsblok ter wereld en als betrokken internationale speler heeft de EU de potentie om de mondialisering vorm te geven in de geest van multilaterale governance.


Handelsbeleid alleen kan echter onmogelijk de volgende ambitie waarmaken: zorgen dat mondialisering alle oproepen tot versterking van de wereldwijde governance op alle gebieden, waaronder het klimaat, ondersteunt. Er is behoefte aan een uitgebreide binnenlandse beleidsrespons, variërend van onderwijs tot investeringen, van innovatie tot energie, van fiscale tot sociale beleidsmaatregelen, en nog veel meer, beginnend op het niveau van de lidstaten. De Commissie draagt bijvoorbeeld bij door middel van het voorstel voor een Europese pijler van sociale rechten 2 of door middel van het cohesiebeleid van de EU. Dit beleid moet door het aanpakken van kwesties als ongelijkheid en sociale inclusie ook beter worden gekoppeld aan het Europees Semester.


Handel heeft een positief effect op de werkgelegenheid: één van de zeven EU-banen (ofwel 31 miljoen) is afhankelijk van uitvoer. Tevens worden uitvoergerelateerde EU-banen gemiddeld beter betaald, met een loonpremie van maximaal 16 %. Toch kan mondialisering negatieve effecten hebben op bepaalde sectoren en regio’s. De EU helpt hen die schade hebben ondervonden om zich aan te passen, en zet zich in om de bestandheid van de Europese economie tegen verandering te vergroten. Een gemoderniseerd gemeenschappelijk landbouwbeleid is van cruciaal belang voor de agrovoedingssector om succesvol te kunnen integreren op internationale markten en om hoge normen verder te bevorderen. De Commissie is bezig om het Europees Fonds voor aanpassing aan de mondialisering flexibeler te maken, zodat bij bedrijfssluitingen sneller bijstand kan worden verleend. In reactie op plotselinge schokken in productieketens zou het Fonds tevens de effecten van de door innovatie gedreven veranderingen kunnen aanpakken. Tegelijkertijd zouden de Europese structuur- en investeringsfondsen verder kunnen bijdragen aan het versterken van de veerkracht van lokale economische systemen en de beroepsbevolking, en kunnen anticiperen op de dynamische veranderingen die voortvloeien uit mondialisering en technologische verandering.


Wereldwijde concurrentie moet ook eerlijk zijn: gereguleerde multilaterale handel is de beste manier om het Europese concurrentie- en innovatievermogen, dat kwalitatief hoogwaardige banen creëert, te beschermen. Handelsbeleid dat een gelijk speelveld garandeert voor Europese bedrijven — ofwel door te zorgen voor een wederzijdse openstelling van de markt, ofwel door het aanpakken van oneerlijke praktijken, of door het handhaven van EU-rechten en het hooghouden van hoge normen — helpt Europa om te profiteren van de volgende productierevolutie, die met name gedreven zal zijn door de digitalisering.


Bovendien moeten de essentiële EU-belangen bij een confrontatie met nieuwe uitdagingen worden beschermd. Daarom stelt de Commissie vandaag voor om een kader tot stand te brengen om buitenlandse directe investeringen die de EU binnenkomen, door te lichten. Het doel is om overnames van strategische activa die de veiligheid of de openbare orde zouden kunnen bedreigen, te voorkomen, zonder dat de openheid van de EU-markt voor investeringen in het algemeen 3 in het geding komt.


In dit verslag wordt uiteengezet hoe mondialisering zich door de strategie Handel voor iedereen kan ontwikkelen tot een kans.


III. De voordelen van handel voor iedereen


Het strategische aandachtspunt van de EU is om te waarborgen dat handelsovereenkomsten concrete voordelen opleveren aan haar economie en bevolking. De afgelopen twee jaar zijn onder meer multilaterale resultaten behaald in de vorm van de overeenkomsten met de Wereldhandelsorganisatie (WTO) inzake de bestrijding van verstoringen in de landbouwmarkten, inzake de liberalisering van de handel in informatietechnologie, en inzake het faciliteren van de toegang tot geneesmiddelen in de minst ontwikkelde landen (MOL's). De handelsfacilitatieovereenkomst werd dit jaar van kracht en op grond van deze overeenkomst worden de douaneprocedures gemoderniseerd om zelfs de kleinste bedrijven en de armste landen te helpen te profiteren van handel.

Op het bilaterale front heeft de EU onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst met Vietnam afgerond, partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten gesloten met Kazachstan en Armenië, en een principeakkoord over een vrijhandelsovereenkomst met Japan bereikt. Dit zijn moderne en vooruitstrevende overeenkomsten met een grote reikwijdte, en de Commissie is momenteel bezig met de ratificatie en uitvoering ervan, zodat de werkelijke effecten zo spoedig mogelijk merkbaar zijn. Sinds het ingaan van de voorlopige toepassing van de overeenkomst tussen de EU en Canada (CETA) op 21 september, worden de voorbereidingen voortgezet voor de ratificatie van de overeenkomsten die zijn gesloten met Singapore, Vietnam en Armenië. De laatste twee jaren werden ook gekenmerkt door de toepassing van overeenkomsten met Oekraïne, Georgië, Moldavië, Ecuador, Ghana, Ivoorkust en de ontwikkelingsgemeenschap van zuidelijk Afrika.


Als deze overeenkomsten op de juiste manier worden opgezet, kan dit het vermogen van de EU waarborgen om doeltreffend te handelen, en voorspelbaarheid bieden aan zowel EU-burgers als hun onderhandelingspartners. Het advies van het Europese Hof van Justitie inzake de vrijhandelsovereenkomst met Singapore 4 biedt welkome duidelijkheid over de verdeling van bevoegdheden in handels- en investeringsovereenkomsten.


CETA is tot op heden de meest vooruitstrevende overeenkomst van de EU


Door de handel in goederen, diensten en investeringen te stimuleren, creëert de uitgebreide economische en handelsovereenkomst (CETA) tussen de EU en Canada mogelijkheden voor zowel exporteurs als importeurs, alsook nieuwe banen voor mensen in Europa en Canada. Het zorgt voor ambitieuze resultaten op het gebied van duurzame ontwikkeling, met inachtneming van de hoge normen van de EU op het gebied van arbeids-, milieu- en consumentenbescherming, en met de nadrukkelijke instandhouding van het recht van overheden om regels op te stellen in het openbaar belang.

CETA maakt het voor alle handelaren en met name voor kmo’s gemakkelijker om zaken te doen. Het heft 99 % van de handelstarieven tussen de EU en Canada op en verwijdert barrières voor handel in diensten in sectoren die variëren van financiën en telecommunicatie tot milieudiensten. De overeenkomst maakt dat de technische vereisten meer verenigbaar zijn, waardoor de conformiteitsnormen van bijvoorbeeld elektrische goederen of speelgoed niet langer dubbel hoeven worden getest, hetgeen kosten spaart.


Consumenten genieten van lagere prijzen en meer keuze, terwijl CETA tevens 143 specifieke EU-landbouwproducten met geografische aanduidingen beschermt. De overeenkomst stimuleert een innovatieve en concurrerende economie door intellectuele eigendom te beschermen, onder meer door Canadese regelgeving in overeenstemming te brengen met EU-wetgeving voor de bescherming van nieuwe technologieën en het beheer van digitale rechten. CETA stelt de markten voor overheidsopdrachten open op federaal, provinciaal en gemeentelijk niveau en verschaft EU-bedrijven een betere toegang dan andere handelspartners.


Het garanderen van een gelijk speelveld: het handhaven van de rechten van de EU

Open handel moet tevens eerlijk zijn. De EU maakt actief gebruik van alle beschikbare instrumenten om verplichtingen die zijn aangegaan door onze partners te handhaven, om handelsbarrières te verwijderen en om oneerlijke praktijken te bestrijden en zo een gelijk speelveld voor EU-bedrijven te beschermen. De maatregelen variëren van intensief contact met de overheidsinstanties van partnerlanden tot talloze procedures in het kader van vrijhandelsovereenkomsten. Binnen de WTO worden de lopende onderhandelingen zo goed mogelijk benut en wordt gebruikgemaakt van handelsbeschermingsinstrumenten.


Betere coördinatie met EU-lidstaten en zakendoen via het partnerschap voor markttoegang hebben de Commissie in staat gesteld een aantal handelsbarrières succesvol aan te pakken en concrete verbeteringen te bereiken voor EU-exporteurs. In 2016 alleen al heeft de Commissie twintig verschillende gevallen afgehandeld, die van invloed waren op de EU-uitvoer en een waarde hadden van 4,2 miljard EUR (het jaarlijkse verslag over handels- en investeringsbelemmeringen 5 bevat meer details). Het aanpakken van discriminerende behandeling op sanitair en fytosanitair gebied is van groot belang voor de EU als grootste handelaar ter wereld in agrovoedingsmiddelen. De Commissie heeft bijvoorbeeld succes geboekt met het openstellen van de markten voor EU-uitvoer van rundvlees en varkensvlees. De Commissie pakt tevens regelgevingsbarrières aan en beschermt intellectuele eigendom, met inbegrip van de EU-levensmiddelenbenamingen (geografische aanduidingen).


Indien noodzakelijk handhaaft de EU haar rechten door middel van geschillenbeslechting. De EU heeft momenteel 21 klachten ingediend bij de WTO met betrekking tot tien verschillende handelspartners; hierdoor is de EU naast de VS de grootste gebruiker van het systeem. In de laatste paar jaar hebben WTO-uitspraken eerlijke voorwaarden gewaarborgd in gevallen zoals invoer van grondstoffen vanuit China of uitvoer van papier en koelkasten naar Rusland.

Handelsbeschermingsinstrumenten dragen bij aan de waarborging dat EU-bedrijven eerlijke concurrentie ondervinden, en vormen een noodzakelijke pijler van een open economie. De Raad en het Europees Parlement overwegen momenteel twee voorstellen van de Commissie om handelsbeschermingsinstrumenten nog doeltreffender te maken bij het aanpakken van bedreigingen voor een gelijk speelveld: naast een modernisering van de groothandel heeft de Commissie ook een nieuwe antidumpingberekeningsmethode voorgesteld om aanzienlijke marktverstoringen aan te pakken en het vermogen van de EU om oneerlijke subsidiepraktijken tegen te gaan te versterken. Om deze voorstellen voor te bereiden heeft de Commissie een publieke raadpleging gehouden die een groot aantal reacties en discussienota’s heeft opgeleverd; daarnaast heeft zij een conferentie van belanghebbenden alsook een speciaal daarvoor belegde vergadering met de sociale partners van de EU georganiseerd. De voorstellen maken deel uit van een doorlopend controleproces van de efficiëntie en doeltreffendheid van onze handelsbeschermingsinstrumenten.

Optimaal benutten van de handelsovereenkomsten van de EU

De Commissie werkt nauw samen met de lidstaten, het Europees Parlement (EP) en andere belanghebbenden in het kader van het versterkte partnerschap voor de uitvoering om een zo groot mogelijke benutting van de door vrijhandelsovereenkomsten geboden kansen mogelijk te maken. Bijna 40 % van EU-uitvoer valt nu onder een vrijhandelsovereenkomst (uitgevoerd of gesloten). De eerste vijf jaren van de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Zuid-Korea werden bijvoorbeeld gekenmerkt door een groei van de Europese uitvoer met 55 % en Europese bedrijven hebben 2,8 miljard EUR bespaard door geschrapte of verdisconteerde douanerechten. Het binnenkort te verschijnen verslag van de Commissie over de uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten bevat details over elke overeenkomst. De EU-instellingen en lidstaten zijn tevens bezig met een meer gecoördineerde economische diplomatieke aanpak, met als doel de samenhang tussen het buitenlands beleid van de lidstaten te verbeteren en zo het economisch belang van de EU in het buitenland beter te behartigen. Tegelijkertijd is de herziening van de strategie Hulp voor handel van dit jaar bedoeld om de capaciteit van ontwikkelingslanden te vergroten, zodat zij beter gebruik kunnen maken van de door handelsovereenkomsten van de EU geboden kansen.


De EU erkent dat kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) kunnen worden geconfronteerd met specifieke uitdagingen wanneer zij proberen profijt te halen uit de handelsovereenkomsten. De Commissie onderzoekt handelsbarrières waarmee kmo’s worden geconfronteerd als deel van de effectbeoordelingen. Tegenwoordig worden tijdens alle onderhandelingen specifieke kmo-bepalingen voorgesteld en de Commissie streeft naar een speciaal kmo-hoofdstuk in alle toekomstige handelsovereenkomsten, voortbouwend op de handelsovereenkomst met Japan. Kmo’s vertegenwoordigen 30 % van de EU-uitvoer en aan de hand van gerichte uitvoeringsprojecten wordt getracht hun deelname verder uit te breiden.

Eenvoudige en gebruiksvriendelijke oorsprongsregels helpen Europese ondernemingen optimaal gebruik te maken van de door handelsovereenkomsten geboden voorkeursbehandeling. De EU streeft ernaar met elke vrijhandelspartner zo eenvoudig en passend mogelijke regels op te stellen, onder meer over cumulatie. Daarnaast zijn de onderhandelingen over een verdrag dat voorziet in een enkel geheel aan regels voor de 43 landen van de Europees-mediterrane ruimte, in een vergevorderd stadium. De EU werkt samen met haar partners binnen de Werelddouaneorganisatie aan internationale instrumenten en normen in douanezaken.

Een actieve en gerichte aanpak van samenwerking inzake regelgeving voorkomt gefragmenteerde regelgeving en maakt bepalingen inzake liberalisering doeltreffender. Dit jaar is bijvoorbeeld met de VS een overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van goede productiepraktijken voor farmaceutische producten gesloten. Hierdoor wordt de administratieve belasting van fabrikanten verminderd, waaronder die van kleinere fabrikanten, met volledige eerbiediging van de beschermingsniveaus aan beide zijden.


De Commissie is bezig met het bijwerken en verbeteren van online informatiemiddelen om handel te bevorderen. De markttoegangsdatabank die informatie verstrekt aan EU-exporteurs, wordt spoedig aangevuld met verdere informatiemiddelen over hoe de vrijhandelsovereenkomsten van de EU ten volle benut kunnen worden, met speciale aandacht voor kmo’s. Doordat de balans van bestaande afspraken wordt opgemaakt, wordt waardevolle feedback verstrekt voor zowel overeenkomsten die al worden uitgevoerd als voor nieuwe waarover wordt onderhandeld. Evaluaties achteraf worden tegenwoordig systematisch uitgevoerd, te beginnen met de overeenkomst met Korea later dit jaar.


Een strategisch partnerschap met Japan geeft vorm aan de regels van de wereldhandel

In juli hebben de EU en Japan een principeakkoord bereikt ten aanzien van de belangrijkste aspecten van een economische partnerschapsovereenkomst. Als strategische partners en twee van de grootste economieën ter wereld proberen de EU en Japan de regels voor wereldhandel zodanig vorm te geven dat open en eerlijke handel wordt bevorderd.

Door de vaststelling van ambitieuze wereldwijde normen houdt deze innovatieve en vooruitstrevende overeenkomst vast aan de gedeelde hoge normen op het gebied van milieu-, arbeids- en consumentenbescherming van de EU en Japan, en wordt de openbare dienstverlening volledig gewaarborgd. Het betreft de eerste internationale handelsovereenkomst waarin uitdrukkelijk steun wordt betuigd aan de uitvoering van het klimaatakkoord van Parijs.

De overeenkomst voorziet erin dat de overgrote meerderheid aan rechten die moeten worden betaald door EU-bedrijven worden weggenomen; dit komt neer op een bedrag van 1 miljard EUR per jaar. De uitvoer van de EU kan hierdoor toenemen met maar liefst 20 miljard EUR en er worden nieuwe kansen gecreëerd voor grote en kleine Europese bedrijven, hun werknemers en consumenten. De overeenkomst is onder meer gericht op medische apparatuur, telecommunicatie en overheidsopdrachten, maar bevat tevens een ambitieus hoofdstuk over mededinging en subsidies. Door de overeenkomst wordt de Japanse markt opgesteld voor de uitvoer van belangrijke landbouwproducten uit de EU, zoals kaas en rundvlees, en wordt de bescherming van meer dan 200 specifieke Europese landbouwproducten met geografische aanduidingen gegarandeerd.

De Commissie is op dit moment hard bezig en het is de bedoeling de definitieve tekst van de overeenkomst voor het eind van het jaar af te ronden.


Een toekomstgerichte strategie


De EU-strategie 'Handel voor iedereen' past zich aan aan nieuwe omstandigheden en tracht te profiteren van nieuwe handelsmogelijkheden. Als wij het vermogen van EU-bedrijven om wereldwijde waardeketens te bouwen en eraan deel te nemen, willen waarborgen, is vrije toegang vereist, niet alleen voor goederen maar ook voor diensten, vakmensen en kapitaal. De Commissie schroeft de liberalisering op op gebieden die essentieel zijn voor het concurrentievermogen van de EU, zoals energie en grondstoffen. Hiervoor zijn specifieke bepalingen opgenomen in de overeenkomsten met Vietnam en Oekraïne en in alle nieuwe onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten, wat bijdraagt aan de strategie voor energieveiligheid van de EU.


De EU streeft de liberalisering van investeringen na door middel van zowel vrijhandelsovereenkomsten als door op zichzelf staande investeringsovereenkomsten. Een hervormde aanpak van investeringsbescherming en geschillenbeslechting met meer nadruk op het recht van de staten om regels op te stellen in het openbaar belang, heeft geleid tot het opzetten van een nieuwe investeringsrechtbanksysteem met Canada en Vietnam, waarvan gebruik wordt gemaakt bij toekomstige overeenkomsten. De Commissie denkt echter verder dan de bilaterale context en is momenteel bezig partners te werven voor de mogelijkheid om een multilaterale investeringsrechtbank op te richten voor de beslechting van investeringsgeschillen. Er zijn al verkennende gesprekken gevoerd met derde landen om te waarborgen dat deze mogelijk grootscheepse innovatie in bestuur werkelijk wereldwijd is. De Commissie beveelt momenteel de Raad aan om onderhandelingen te starten over het oprichten van een dergelijk gerecht. Dit sluit aan op een effectbeoordeling en een uitgebreide openbare raadpleging die de Commissie gedurende het afgelopen jaar heeft uitgevoerd, onder meer aan de hand van een speciaal daarvoor belegde bijeenkomst van belanghebbenden met het maatschappelijk middenveld in februari 2017. Momenteel zamelt de Commissie in een breder kader advies in over investeringsbeleid. Zij is van plan in 2018 de mededeling uit 2010 over internationale investeringen te herzien en de toekomstige stappen in kaart te brengen.


Door de huidige productiemethoden vervaagt het onderscheid tussen goederen en diensten, aangezien tal van EU-diensten de handel in goederen direct mogelijk maken. Derhalve werkt de Commissie aan de liberalisering van handel in diensten, gekoppeld aan die van de handel in goederen. Dit gebeurt in alle vrijhandelsovereenkomsten en in plurilaterale onderhandelingen, onder meer door de onderhandelingen inzake de overeenkomst inzake milieugoederen (EGA) en de overeenkomst inzake de handel in diensten (TiSA) te hervatten. Mobiliteit van vakmensen vergemakkelijkt tevens zowel de uitvoer van goederen als van diensten, en maakt bepalingen mogelijk die nu een belangrijke plaats innemen in CETA en in de vrijhandelsovereenkomst met Japan. Aanvullend worden bepalingen inzake overplaatsingen binnen een onderneming en inzake de erkenning van beroepskwalificaties per geval overwogen. Als de mobiliteit wordt vergemakkelijkt, wordt de samenwerking op het gebied van terugkeer en overname ook versterkt.


De aanhoudende toename van digitale handel heeft ertoe geleid dat de Commissie voor toekomstige onderhandelingen een nieuw specifiek hoofdstuk voor de vrijhandelsovereenkomst heeft ontwikkeld inzake elektronische handel om elektronische contracten en transacties te vergemakkelijken, met inbegrip van verbeterde consumentenbescherming. Dit aspect is reeds voorgelegd aan Mexico en de EU pleit voor het verder onderzoeken van het onderwerp binnen de WTO. De Commissie gaat verder met het analyseren van het effect van digitalisering op de Europese economie en met het onderzoeken hoe het handelsbeleid het beste kan inspelen op deze nieuwe ontwikkelingen.


IV. De verankering van het handels- en investeringsbeleid in universele waarden

Een handels- en investeringsbeleid dat voldoet aan de verwachtingen van iedereen, gaat ook in op de zorgen van burgers en weerspiegelt de universele waarden die de Unie onderschrijft. Dit betekent allereerst dat een handelsovereenkomst niet leidt tot lagere niveaus voor consumenten-, milieu- of sociale en arbeidsbescherming dan degene die de EU momenteel biedt, maar betekent tevens dat de EU geen compromissen sluit over fundamentele rechten. Daarnaast laten EU-overeenkomsten overheden vrij om legitieme publieke doelstellingen te verwezenlijken; dit punt wordt telkens weer bevestig door alle onderhandelingsteksten van de EU.


Door deze aanpak wordt de vooruitgang binnen de Unie beschermd. Op hun beurt vormen de waarden en normen van de EU ook de basis voor haar betrokkenheid buiten de Unie. Door handelsbeleid te baseren op EU- en universele waarden kan de EU de mondialisering zodanig vormgeven dat zij duurzame ontwikkeling bevordert, zowel binnen de EU als daarbuiten, en bijdraagt aan de doelstellingen van duurzame ontwikkeling van de VN en initiatieven zoals het klimaatakkoord van Parijs.


Uitgebreide, bindende bepalingen inzake duurzame ontwikkeling maken nu deel uit van alle onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst. Deze bepalingen liggen aan de basis van de kernbeginselen van wereldwijde governance in de hele overeenkomst. Verbintenissen variëren van het naleven van de basisarbeidsnormen tot het behouden van natuurlijke hulpbronnen, zoals bijvoorbeeld in de met Canada en Vietnam gesloten overeenkomsten. Inclusieve groei en duurzame ontwikkeling zijn een hoeksteen van de economische partnerschapsovereenkomsten met Afrikaanse, Caribische en Pacifische landen, evenals van de unilaterale handelspreferentiestelsels van de EU: 'Alles behalve wapens', het algemeen preferentiestelsel (APS) en APS+.


De EU zet zich in om bepalingen op het gebied van duurzame ontwikkeling te monitoren en te handhaven. Het verslag over de uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten biedt details over de uitvoering van elke bestaande handelsovereenkomst. De EU betrekt systematisch partnerregeringen, internationale organisaties, sociale partners, ondernemingen en het maatschappelijke middelveld bij het monitoren van APS+-verbintenissen, en in 2016 en 2017 hadden toezichtmissies betrekking op alle negen begunstigden van het stelsel. Deze betrokkenheid strekt zich tevens uit naar EBA-partners zoals Bangladesh en Cambodja. Een reële en doeltreffende uitvoering in de praktijk vergt tijd. Het was een langdurig partnerschap dat Sri Lanka heeft geholpen om mensenrechten en rechten van werknemers te bevorderen: het land verkreeg APS+ -preferenties in mei 2017. Voortbouwend op deze aanpak heeft de Commissie in juli een document over de uitvoering en handhaving van bepalingen op het gebied van duurzame ontwikkeling gepubliceerd 6 . Dit diende als startschot voor een debat met de lidstaten, het Europees Parlement en belanghebbenden over de vraag of de huidige hoofdstukken inzake handel en duurzame ontwikkeling voldoen aan de verwachtingen en wat gedaan zou kunnen worden om hen te verbeteren.


De EU houdt tijdens onderhandelingen toezicht op de fundamentele rechten en schort gesprekken op indien er ernstige bezorgdheid over bestaat, zoals is gebeurd in Thailand. Vrijhandelsovereenkomsten bevatten herzieningsclausules om de meest doeltreffende aanpak te garanderen: de EU en Canada starten met een herziening van de handhavingsbepalingen inzake duurzame ontwikkeling in CETA zodra de overeenkomst voorlopig wordt toegepast op 21 september.


De EU heeft tevens haar verordening ter voorkoming van uitvoer van bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf of foltering, bijgewerkt. De lijst van producten is bijgewerkt en bepaalde diensten, met inbegrip van makelaarsdiensten, zijn toegevoegd. Deze herziene verordening dient als uitgangspunt voor de besprekingen met partnerlanden in het kader van een wereldwijde alliantie teneinde deze landen aan te moedigen om soortgelijke handelsbeperkende maatregelen te ontwikkelen met het oog op een wereldwijde minimalisering van de markten van dit soort producten. De wereldwijde alliantie, die afgelopen september bij de VN in New York is gestart onder het doorslaggevende leiderschap van de EU samen met Argentinië en Mongolië, wordt gebruikt om informatie uit te wisselen, maatregelen te vergemakkelijken en processen te versnellen wanneer nieuwe producten op de markt verschijnen, die gebruikt zouden kunnen worden de doodstraf en foltering.


De verordening conflictmineralen voorkomt schending van rechten in een aantal van de meest kwetsbare regio’s ter wereld


Een nieuwe EU-wet die is aangenomen in mei 2017 maakt een einde aan de uitvoer van conflictmineralen en -metalen naar de EU. Het verplicht EU-bedrijven in de toeleveringsketen te waarborgen dat zij alleen de metalen goud, tin, wolfraam en tantaal alsmede mineralen invoeren van verantwoorde bronnen en niet van bronnen die mogelijk geweld financieren of leiden tot schendingen van de mensenrechten. De verordening toont aan hoe een partnerschap op het gebied van het beheer van de toeleveringsketen de ontwikkeling van de lokale gemeenschap kan bevorderen door middel van handel, met inachtneming van fundamentele rechten en menswaardige arbeidsomstandigheden.


Voortbouwend op dit succes stelt de EU tijdens lopende onderhandelingen op zichzelf staande artikelen voor betreffende een verantwoord beheer van de toeleveringsketen. De beginselen van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), gebaseerd op richtsnoeren voor multinationale bedrijven van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), zijn reeds verankerd in vrijhandelsovereenkomsten zoals die met Vietnam. Tevens moedigt de Commissie de vrijwillige niet-financiële verslaglegging van bedrijven aan. De EU is actief betrokken bij andere landen en internationale spelers om bestaande instrumenten te versterken en soortgelijke benaderingen te stimuleren. De EU neemt bijvoorbeeld deel aan het Duurzaamheidspact van Bangladesh en werkt met de OESO aan menswaardige arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie.


De EU blijft nieuwe wegen inslaan om ervoor te zorgen dat het handelsbeleid beter inspeelt op de zorgen van burgers. De Commissie komt haar toezegging na om te onderhandelen over met handel en investeringen samenhangende anticorruptiebepalingen en heeft een ambitieuze ontwerptekst opgesteld, die ter tafel zal worden gebracht tijdens toekomstige onderhandelingen, te beginnen met Mexico en Chili.


Door aandacht te schenken aan gendergelijkheid zou mede gezorgd kunnen worden dat de voordelen van handel iedereen bereiken en kunnen tegelijkertijd de algehele voordelen van de handelskansen worden geoptimaliseerd. De Commissie verkent hoe zij kan voortbouwen op bestaande antidiscriminatiebepalingen en op de steun voor sectoren en exploitanten die van essentieel belang zijn voor de economische positie van vrouwen, zoals kmo’s. Een beter begrip van de invloed van handelsinstrumenten op gendergelijkheid is een cruciale stap. Daartoe heeft de Commissie in juni 7 een speciale studie inzake de participatie van vrouwen in de uitvoer gepubliceerd, in aanvulling op de beoordeling van de gevolgen van handelsmaatregelen op genderkwesties, die is uitgevoerd in het kader van de laatste effectbeoordelingen, duurzaamheidseffectbeoordelingen en evaluaties achteraf.


De ideeën van het 'International Forum on Women and Trade', dat in juni werd gehouden in Brussel, alsook een samenwerking die in dat verband van start ging met relevante internationale actoren, met inbegrip van de WTO en het Internationaal Handelscentrum, dienen als inspiratie voor toekomstig beleid en onderhandelingen, te beginnen met de onderhandelingen met Chili. Deze grotere aandacht voor het gezichtspunt van gender op de inclusiviteit van handel bouwt voort op de nieuwe Europese Consensus inzake ontwikkeling en dient ter ondersteuning van het streven van de Commissie om aandacht te schenken aan genderkwesties in het kader van de herziening van de strategie Hulp voor handel van dit jaar. Dit wordt over de gehele linie weerspiegeld in de standpunten van de Commissie, onder andere bij de komende WTO-ministerconferentie in december.


Het stimuleren van duurzame productienormen alsook van programma’s voor eerlijke en ethische handel en voor duurzaamheid vergroot het vertrouwen van consumenten in de producten die zij kopen in de EU. De Commissie blijft deze programma’s stimuleren via bewustmakingsacties zowel binnen de EU als met partnerlanden en binnen internationale fora. Eerlijke en ethische handel wordt regelmatig besproken met onze partners als onderdeel van de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst en krijgt aandacht in de herziening van de strategie Hulp voor handel van dit jaar. De Commissie werkt samen met het Internationaal Handelscentrum om een onderzoek naar ethische handel te financieren, met de prijs voor de 'Europese stad voor eerlijke en ethische handel', dat in 2018 van start moet gaan.


Een op waarden gebaseerd handelsbeleid is doeltreffender indien het andere EU-beleidsmaatregelen en -instrumenten, waaronder financiering, aanvult. Het vereenvoudigen van de oorsprongsregels voor goederen die afkomstig zijn uit Jordanië heeft rechtstreeks bijgedragen aan de economische integratie van Syrische vluchtelingen in Jordanië, in overeenstemming met het partnerschapskader van de EU op het gebied van migratie uit 2016. In overeenstemming met de nieuwe Europese consensus inzake ontwikkeling dient de herziening van de strategie Hulp voor handel ter ondersteuning van duurzaamheid en ter bevordering van de uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten, economische partnerschapsovereenkomsten en het APS. De Commissie werkt tevens samen met organisaties zoals de IAO en heeft de middelen van het partnerschapsinstrument van de EU ingezet voor gerichte projecten voor capaciteitsopbouw die goed bestuur en respect voor mensenrechten bevorderen.


V. Transparante en inclusieve beleidsvorming

Om te garanderen dat de handel aan iedereen ten goede komt, moet doeltreffend handelsbeleid ook aansprakelijk, open en inclusief zijn. Transparantie is de verantwoordelijkheid van alle EU-instellingen, alle lidstaten en alle nationale parlementen. Zij spelen allemaal een rol aangezien handelsovereenkomsten onderhandeld en aangenomen worden; dienovereenkomstig delen zij de verantwoordelijkheid om voor te lichten en te raadplegen.


De Commissie heeft zich ertoe verbonden transparante handelsonderhandelingen te voeren. 


De EU publiceert tegenwoordig regelmatig haar onderhandelingsvoorstellen en verslagen van onderhandelingsrondes. De Commissie nodigt de lidstaten systematisch uit om nationale parlementen te raadplegen over voorgestelde onderhandelingsrichtsnoeren, en deze te publiceren zodra ze zijn aangenomen. Het publiek zal binnenkort bijvoorbeeld het mandaat voor de overeenkomst met Japan kunnen raadplegen, dat voortbouwt op eerdere publicaties voor TTIP, CETA en TiSA.


Aangezien doeltreffend handelsbeleid transparant moet zijn, heeft de Commissie besloten om een stap verder te gaan en vanaf nu haar aanbevelingen voor onderhandelingsrichtsnoeren te publiceren, in navolging van de praktijk die uiteen is gezet voor de artikel 50-onderhandelingen. Het publiceren van de onderhandelingsrichtsnoeren — te beginnen met die voor Australië en Nieuw-Zeeland — betekent tevens dat deze automatisch op hetzelfde moment naar de nationale parlementen worden verzonden als bij de Raad worden ingediend ter bespreking, zoals dat ook geldt voor elk ander voorstel van de Commissie. Hierdoor wordt een inclusief debat over de onderhandelingsrichtsnoeren van de EU vanaf het begin mogelijk gemaakt. Dit vergemakkelijkt ook de dialoog over handelsovereenkomsten die overheden moeten houden binnen elke lidstaat. De vroege betrokkenheid van de overheden van de lidstaten bij de diverse nationale onderdelen is onmisbaar bij het opstellen van een transparant en inclusief handelsbeleid.


Vanaf oktober 2015 zijn deze teksten beschikbaar op de specifieke webpagina’s voor 'Transparency in Action', tezamen met andere documenten die gepaard gaan met onderhandelingen. Tegelijkertijd moeten bepaalde voorstellen, zoals met betrekking tot aanbod inzake markttoegang, in eerste instantie vertrouwelijk blijven om de onderhandelingspositie van de Unie niet te ondermijnen. Zodra de onderhandelingen zijn afgerond wordt de gehele tekst gepubliceerd, zelfs nog voordat het juridisch uitpluizen en de procedures bij het Europees Parlement en de Raad zijn begonnen. De teksten van de CETA en de overeenkomsten met Vietnam en Japan zijn recente voorbeelden daarvan.


De Commissie heeft ook de transparantie van handelsbeschermingsonderzoeken vergroot. Het onlineplatform TRON biedt de partijen van een nieuw onderzoek rechtstreeks toegang tot het volledige open bestand. Gedetailleerde samenvattingen van alle klachten, met inbegrip van evaluaties, zijn beschikbaar voor het publiek.

De Commissie is tegenwoordig actief bezig om verder te gaan dan transparantie in de primaire zin van informatie delen. Werkelijke inclusieve beleidsvorming vraagt om de actieve betrokkenheid van een breed scala aan belanghebbenden. Om informatie niet slechts beschikbaar te stellen, maar ook toegankelijker te maken, verstrekt de Commissie een aanvullende toelichting indien deze nodig is in aanvulling op de gepubliceerde onderhandelingsteksten. Op het internet en via sociale media — met inbegrip van specifieke portalen zoals "Let’s Talk Trade" of interactieve kaarten van bedrijven overal in de EU die uitvoeren naar onze handelspartners ("CETA in Your Town") — publiceert de Commissie ook informatiebladen, statistieken en een schat aan andere informatie. Zo tracht zij een goed geïnformeerd, zakelijk debat te stimuleren.

De Commissie zal systematisch openbare raadplegingen blijven houden, zodat alle geuite meningen van invloed zijn op de besluitvorming van de EU en de EU helpen om in te spelen op de zorgen van de mensen. De aanpak van de EU van investeringsbescherming en beslechting van investeringsgeschillen werd bijvoorbeeld opnieuw vormgegeven naar aanleiding van een openbare raadpleging. Als onderdeel van haar aandacht voor transparante en inclusieve beleidsvorming stelt de Commissie een adviesgroep inzake EU-handelsovereenkomsten in, die advies zal uitbrengen over handelsonderhandelingen van de EU en hun uitvoering. Via deze groep is de Commissie in staat om te profiteren van de diverse gezichtspunten en inzichten ten aanzien van handel van Europese organisaties, zoals werkgeversorganisaties, vakbonden, belangenorganisaties, consumentenorganisaties en andere maatschappelijke organisaties.


Evaluaties (effectbeoordelingen, duurzaamheidseffectbeoordelingen en analyses achteraf) zijn waar mogelijk verbeterd, en er worden gedetailleerde opiniepeilingen gehouden bij belanghebbenden, met inbegrip van sociale partners: beoordelingen zijn diepgaander geworden op het gebied van consumentenbescherming, mensenrechten en kmo’s in het bijzonder.


De Commissie moedigt overleg en debat op het gebied van handelsbeleid actief aan en biedt ook ondersteuning hierbij, ofwel in het Europees Parlement, de nationale parlementen of het Europees Economisch en Sociaal Comité, ofwel binnen het maatschappelijk middenveld in brede zin. Hierbij moet het om een breed beleidsdebat gaan, dat verder gaat dan vakspecialisten. Sinds commissaris Malmström de handelsportefeuille op zich heeft genomen, heeft zij tot nu toe de nationale parlementen van vrijwel alle EU-lidstaten bezocht, en heeft zij tevens deelgenomen aan dialogen met de burger. Bijeenkomsten voor een gewone dialoog met het maatschappelijk middenveld vinden ook plaats in Brussel, zoals afgelopen mei toen de commissaris de deelnemers persoonlijk heeft bijgepraat over de onderhandelingen met Japan en de toekomst van het EU-handelsbeleid. De EU onderhandelt over bepalingen van de vrijhandelsovereenkomst en geeft het maatschappelijk middenveld in zowel de EU als haar partnerlanden een formele rol bij het toezicht op de uitvoering van de bepalingen op het gebied van duurzame ontwikkeling in handelsovereenkomsten. Tijdens toekomstige onderhandelingen stelt de Commissie voor om dit toezicht uit te breiden naar alle bepalingen van de vrijhandelsovereenkomsten.


VI. Overeenkomsten met partners overal ter wereld

De WTO neemt een centrale plaats in bij het handelsbeleid en de onderhandelingen van de EU, zoals benadrukt door de Europese Raad in juni 2017 8 . De EU is van mening dat het gereguleerde multilaterale handelssysteem van essentieel belang is voor de realisatie van een doeltreffend en eerlijk handelsbeleid, dat ten goede komt aan alle burgers in alle landen. Het dagelijkse werk van de WTO op het gebied van toezicht, transparantie, handhaving en bemiddeling is van onschatbare waarde en de WTO kan altijd rekenen op de actieve participatie van de EU. Toch moet er nog veel worden gedaan om te garanderen dat de WTO haar volledige potentieel als wetgevend orgaan waarmaakt en zij de agenda van wereldwijde governance vooruit kan helpen.


Bij de uitbreiding van de handelsfacilitatieovereenkomst en de overeenkomst inzake de handel in informatietechnologieproducten werden in beide gevallen aanzienlijke vorderingen in het WTO-kader geboekt en de EU heeft een cruciale rol gespeeld bij de bemiddeling van de definitieve overeenkomsten. Deze voorbeelden tonen aan dat WTO-leden, en opkomende landen in het bijzonder, bereid moeten zijn een aanzienlijke bijdrage te leveren aan het systeem om zo te komen tot een betekenisvol resultaat. De onderhandelingsagenda van de WTO moet dynamisch zijn en inspelen op de veranderende behoeften en verwachtingen van handelaren. Er moet een breed scala van onderwerpen worden aangepakt om WTO-instrumenten zinvoller te maken voor de huidige realiteit van wereldwijde handel en om gelijke concurrentievoorwaarden tot stand te brengen.


Sinds de Ministeriële Conferentie van december 2015 in Nairobi heeft de EU een voortrekkersrol gespeeld bij het opnieuw vormgeven van de onderhandelingsagenda van de WTO, het steunen van voorstellen om het gebruik te beperken van landbouw- en visserijsubsidies die de handel verstoren, het stimuleren van transparantie van industriële subsidies, het opstellen van nieuwe en hoognodige regels inzake elektronische handel, en het overeenkomen van binnenlandse regelgevingsmethoden. De EU is tevens mede-ondersteuner van voorstellen die kmo’s helpen om internationale handel te drijven of gendergelijkheid bevorderen, en is daarnaast actief betrokken bij een dialoog over investeringsbevordering voor ontwikkeling.

In de aanloop naar de Ministeriële Conferentie in Buenos Aires later dit jaar voert de EU de discussie op met andere WTO-leden over hoe de wereldhandelsregels gemoderniseerd moeten worden en over het herstellen van de voorrang van de WTO bij het vaststellen van regels. De EU streeft multilaterale oplossingen na, maar, waar nodig, moeten ook plurilaterale benaderingen verder worden verkend, waarbij de voorkeur sterk uitgaat naar open-platformoplossingen die volledig verankerd zijn binnen het WTO-kader.

De bilaterale relaties van de EU kunnen zorgen voor een meer ambitieuze versterking van het gereguleerde multilaterale systeem. Nergens is deze overweging relevanter dan in de relatie tussen de EU en haar twee grootste handelspartners, respectievelijk de Verenigde Staten en China. Gezien de invloed op de wereldwijde governance door hun gecombineerde economische gewicht, moeten deze relaties hun potentieel volledig waarmaken en aanzetten tot vooruitstrevende en open regelgeving voor internationale handel.


De TTIP-gesprekken zijn momenteel opgeschort, maar de VS blijft de grootste uitvoermarkt van de EU en een belangrijke bondgenoot. Een belangrijk vereiste voor elke overeenkomst is de eenstemmigheid tussen de EU en de VS ten aanzien van een hoog ambitieniveau en belangrijke standpunten inzake wereldwijde governance met betrekking tot handelsregels alsook tot gebieden zoals klimaat. Tegelijkertijd verkennen de EU en de VS manieren om de samenwerking te verbeteren op het gebied van problemen voor de wereldhandel, zoals overcapaciteit, en tevens onderzoeken zij concrete initiatieven om trans-Atlantische handel te bevorderen.


Overcapaciteit is in het bijzonder een probleem binnen de Chinese economie. De effecten ervan kunnen alleen doeltreffend worden bestreden door internationaal economisch bestuur, bijv. door te proberen de urgente problemen in de staalsector aan te pakken binnen het Global Forum on Steel Excess Capacity, opgericht door de G20 en de OESO-leden. De EU heeft een doorslaggevende rol gespeeld bij het onderhandelen van een reeks verplichtingen om de overcapaciteit van staal stop te zetten, met name door het afschaffen van marktverstorende subsidies en andere overheidssteun. De EU is momenteel met China bezig om de actieve participatie van dat land in multilaterale handelsstructuren te stimuleren, in overeenstemming met China’s economische gewicht in het stelsel en de voordelen die de EU ervan heeft. Binnen de bilaterale relatie maakt de EU gebruik van alle beschikbare maatregelen om iets te doen tegen het Chinese beleid dat een gelijk speelveld voor alle producenten en handelaren ondermijnt, met inbegrip van oneerlijke subsidiëring en omvangrijke steun voor uitvoer. Vanuit haar streven naar wederkerigheid, onderhandelt de EU met China over een investeringsovereenkomst.


De onderhandelingsstrategie van de EU past zich aan aan zowel economische als politieke verschuivingen, en profiteert zo van nieuwe kansen. De enorme reikwijdte van de bilaterale betrokkenheid van de EU is nog verder uitgebreid, in het bijzonder met betrekking tot de toekomstige groeimotoren in Azië en Latijns-Amerika. In Latijns-Amerika vorderen de gesprekken over de modernisering van de Mexico-overeenkomst en de Mercosur-onderhandelingen snel. Sinds de lancering van de strategie Handel voor iedereen zijn onderhandelingen gestart met Indonesië en de Filipijnen, en is de EU bereid om onder de juiste omstandigheden verder te onderhandelen met Maleisië en Thailand. Onderhandelingen met India werden gestart in 2007 en de laatste formele ronde vond plaats in 2013. De EU bereidt de start voor van onderhandelingen over investeringen met Hongkong en Taiwan. 9 In de toekomst zouden gesprekken over investeringen ook de bestaande vrijhandelsovereenkomst met Korea kunnen aanvullen.


Wat betreft de buurlanden van de EU zijn onderhandelingen gaande met Tunesië en zouden de onderhandelingen met Marokko spoedig hervat kunnen worden. In het kader van een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst werden onderhandelingen gestart met Azerbeidzjan, ter bevordering van de betrokkenheid van de EU met het Oostelijk Partnerschap. Eind 2016 heeft de Commissie bij de Raad een ontwerpversie ingediend van de onderhandelingsrichtsnoeren inzake de modernisering van de douane-unie tussen de EU en Turkije.


De EU blijft de regionale integratieprojecten van onze partners ondersteunen, en verkent diepere handelsrelaties met bijvoorbeeld de Associatie van Zuidoost-Aziatische staten of Afrikaanse regionale integratie-initiatieven. De EU en de Afrikaanse Unie werken samen aan de ontwikkeling van richtsnoeren voor het vormen van investeringsbeleid.


Wat de toekomst betreft heeft de Commissie recentelijk onderhandelingsrichtsnoeren ingediend om onderhandelingen te starten met Chili, en doet zij dat op dit moment voor Australië en Nieuw-Zeeland.


VII. Conclusie

De eerste twee uitvoeringsjaren van de strategie Handel voor iedereen werden gekenmerkt door een aanzienlijke tastbare vooruitgang richting een doeltreffend, transparant en verantwoord handelsbeleid, dat inspeelt op economische uitdagingen en waarmee nieuwe kansen kunnen worden gegrepen. De EU geeft vorm aan regels voor de wereldhandel door vooruitstrevende en innovatieve overeenkomsten na te streven, zoals blijkt uit de overeenkomsten met Canada en Japan.


Dit werk is echter nog niet af en vereist nog nadere inspanningen. De Commissie moet lopend werk succesvol afronden: ten eerste door de bereikte overeenkomsten zorgvuldig uit te voeren teneinde te garanderen dat de nieuwe kansen in de praktijk tastbare voordelen creëren. Ten tweede gaat de EU tijdens lopende onderhandelingen binnen de WTO en met haar bilaterale partners verder met het nastreven van een strategie voor moderne regelgeving die passend is voor 21e-eeuwse handel. De EU kan tevens leren van de praktische uitvoering en haar acties dienovereenkomstig bijwerken en aanpassen, hetgeen bijvoorbeeld leidt tot een reflectie op de handhaving van bepalingen op het gebied van duurzame ontwikkeling. Tot slot worden in het handelsbeleid nieuwe gebieden verkend, zoals gendergelijkheid.


De Commissie kijkt uit naar samenwerking met de Raad, het Europees Parlement en alle belanghebbenden om de strategie verder uit te voeren en ervoor te zorgen dat het EU-handelsbeleid ten dienste blijft staan van iedereen in Europa en daarbuiten.

(1)

   Europese Commissie, 'Discussienota van de Europese Commissie over het in goede banen leiden van de mondialisering', COM(2017) 240.

(2)

   Europese Commissie, Mededeling van de Europese Commissie inzake de oprichting van een Europese pijler van sociale rechten, COM(2017) 250.

(3)

   Europese Commissie, Mededeling 'Buitenlandse directe investeringen aantrekken en tegelijkertijd de essentiële belangen van de EU beschermen', COM (2017) 494.

(4)

   Advies 2/15 van het Hof van Justitie van de Europese Unie krachtens artikel 218, lid 11, van het VWEU, van 16 mei 2017.

(5)

   Europese Commissie, verslag van de Commissie, "Handels- en investeringsbelemmeringen 1 januari 2016 – 31 december 2016", COM(2017) 338.

(6)

   Non-paper van de diensten van de Commissie, 'Trade and Sustainable Development (TSD) chapters in EU Free Trade Agreements (FTAs)', 11 juli 2017: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2017/july/tradoc_155686.pdf

(7)

   Chief Economist Note, http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2017/june/tradoc_155632.pdf

(8)

   Conclusies van de Europese Raad van 23 juni 2017 (EUCO 8/17), punt 16.


(9)

   Afzonderlijk douanegebied van Taiwan, Penghu, Kinmen en Matsu.