Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister voor APP over de benoeming van een regeringscommissaris voor de pensioentransitie - Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. BO toegevoegd aan wetsvoorstel 36067 - Wet toekomst pensioenen i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen); Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister voor APP over de benoeming van een regeringscommissaris voor de pensioentransitie
Document­datum 23-04-2024
Publicatie­datum 23-04-2024
Nummer KST36067BO
Kenmerk 36067, nr. BO
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2023-

2024

36 067

BO

Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 23 april 2024

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 hebben kennisgenomen van de antwoorden van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 15 februari 2024 naar aanleiding van vragen over de aanstelling van een regeringscommissaris voor de pensioentransitie, die onafhankelijk advies uitbrengt over de voortgang van de transitie.2 De leden van de fractie van de PVV hadden naar aanleiding hiervan nog een vervolgvraag.

Naar aanleiding hiervan is op 19 maart 2024 een brief gestuurd aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen.

De Minister heeft op 19 april 2024 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Van der Bijl

1    Samenstelling:

Heijnen (BBB), Griffioen (BBB), Van Gasteren (BBB), Van Wijk (BBB), Vos (GroenLinks-PvdA (voorzitter), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Fiers (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Petersen (VVD), Geerdink (VVD), Van Ballekom (VVD), Bakker-Klein (CDA), Bovens (CDA), Moonen (D66) (ondervoorzitter), Belhirch (D66), Bezaan (PVV), Koffeman (PvdD), Nanninga (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Huizinga-Heringa (CU),

Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL).

2    Kamerstukken I 2023-2024, 36 067, BL.

kst-36067-BO ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen Den Haag, 19 maart 2024

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben met belangstelling kennisgenomen van uw antwoorden van 15 februari 2024 naar aanleiding van vragen over de aanstelling van een regeringscommissaris voor de pensioentransitie, die onafhankelijk advies uitbrengt over de voortgang van de transitie.1 De leden van de fractie van de PVV hebben naar aanleiding hiervan nog een vervolgvraag.

Op 22 december 2023 hebben de leden van de PVV-fractie de volgende vraag gesteld (vraag 4):

«De verkiezingsuitslag op 22 november jl. heeft een politieke aardverschuiving veroorzaakt in de Tweede Kamer en zou kunnen resulteren in een kabinet met een compleet andere signatuur dan het kabinet Rutte-IV, waaronder een andere visie inzake het pensioenstelsel. Kan de transitie door een nieuw kabinet worden teruggedraaid of in grote mate worden gewijzigd? Zo ja, op welke punten en zo nee, waarom niet?»2

Bij brief van 15 februari 2024 heeft u daarop als volgt gereageerd:

«Het Nederlandse pensioenstelsel is met de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) toekomstbestendig gemaakt. Voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wtp is een zorgvuldig proces doorlopen. Ten eerste is de Wtp gebaseerd op een breed Pensioenakkoord met de werkgevers- en werknemersorganisaties. Het akkoord is vervolgens uitgewerkt met sociale partners, toezichthouders, de pensioenkoepels en talloze andere pensioenexperts. De betrokken organisaties hebben zich ingezet voor een beter pensioenstelsel voor jong en oud en hebben de afspraken vertaald naar werkbare uitgangspunten voor wetgeving. Deze zijn vastgelegd in de hoofdlijnennotitie in 2020. Op basis daarvan is de Wtp opgesteld, waarbij internetconsultatie en een toets door de relevante instanties heeft plaatsgevonden, waaronder DNB, AFM, het College voor de Rechten van de Mens, de Raad voor de Rechtspraak, de Belastingdienst en de Raad van State. Vervolgens heeft een zorgvuldige en uitvoerige behandeling door de Tweede en Eerste Kamer plaatsgevonden met onder meer een artikelsgewijze behandeling. Met de inwerkingtreding van de Wtp op 1 juli jongstleden is de transitieperiode officieel gestart. Op dit moment zijn alle partijen betrokken bij de pensioentransitie hard aan het werk om die transitie zorgvuldig en tijdig te realiseren. Daarbij hebben deze partijen aangegeven behoefte te hebben aan rust om de stappen te kunnen zetten die nodig zijn. Dat neemt niet weg dat een nieuw kabinet een wetsvoorstel kan indienen om de wet ingrijpend te wijzigen. Naar mijn mening en overtuiging zou een eventuele ingrijpende wetswijziging dezelfde zorgvuldigheid moeten betrachten als die is betracht met de totstandkoming van de Wtp. Ook dient bij een dergelijke ingrijpende wijziging de huidige praktijk in acht te worden genomen. Namelijk die van een sector die op basis van een breed aangenomen wet de uitvoering daarvan ter hand heeft genomen. Gedurende de transitie het wettelijk kader ingrijpend wijzigen, vergt daarom een zorgvuldige afweging. Het gaat immers over de pensioenrechten van miljoenen Nederlanders en hun perspectief op een goed pensioen.»3

Naar aanleiding van deze reactie hebben de leden van de fractie van de PVV de volgende vervolgvraag:

  • Waren er in het doorlopen proces onafhankelijke pensioenexperts betrokken die zich (zeer) kritisch hebben uitgesproken over de Wtp en hebben er aanpassingen plaatsgevonden op basis van de kritiekpunten van deze experts? Zo ja, dan ontvangen de leden van de PVV-fractie graag een gedetailleerd antwoord. Zo nee, waarom niet?

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen vier weken.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M.L. Vos

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 19 april 2024

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervraag van de leden van de fractie van de PVV over mijn brief van 15 februari 2024 over de aanstelling van een regeringscommissaris voor de pensioentransitie.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,

C.J. Schouten

Antwoorden vragen van de leden van de fractie van de PVV over de brief van 15 februari jongstleden met als onderwerp «beantwoording vragen over de aanstelling van een regeringscommissaris voor de pensioentransitie»

Vraag

Waren er in het doorlopen proces onafhankelijke pensioenexperts betrokken die zich (zeer) kritisch hebben uitgesproken over de Wtp en hebben er aanpassingen plaatsgevonden op basis van de kritiekpunten van deze experts? Zo ja, dan ontvangen de leden van de PVV-fractie graag een gedetailleerd antwoord. Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Bij de totstandkoming van de wet is een groot aantal experts uit wetenschap en uitvoeringspraktijk betrokken geweest. Dat waren experts met verschillende meningen. Dat begon al bij de uitwerking van het Pensioen-akkoord. Daarbij waren verschillende werkverbanden ingericht met experts uit verschillende geledingen en van diverse uitvoerders. Ook werd er periodiek gereflecteerd over de vorderingen met klankbordgroepen bestaande uit experts op grotere afstand van de werkverbanden. Bij het opstellen van het wetsvoorstel zijn vervolgens ook verschillende experts met uiteenlopende opvattingen geraadpleegd. Ook in de consultatiefase is er door veel experts input geleverd. Tenslotte is het wetsvoorstel als onderdeel van het wetgevingsproces voor advies voorgelegd aan verschillende instituties, waaronder de Raad van State, de Belastingdienst en de toezichthouders. Zij hebben het wetsvoorstel getoetst op juridische houdbaarheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. De verschillende adviezen en opmerkingen zijn door het kabinet gewogen en hebben al dan niet tot wijzigingen geleid. Zoals ook tijdens de behandeling van de Wtp in uw Kamer toegelicht, zijn deze wegingen verantwoord in de memorie van toelichting bij de wet. Het betrekken van diverse experts in verschillende fasen van het wetgevingsproces had tot doel om op een zorgvuldige wijze een wetsvoorstel op te stellen dat zorgt voor een verantwoorde herziening van het pensioenstelsel.

Eerste Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 067, BO 5

1

   Kamerstukken I 2023-2024, 36 067, BL.

2

   Kamerstukken I 2023-2024, 36 067, BL, p. 2.

3

   Kamerstukken I 2023-2024, 36 067, BL, p. 5-6.


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.