Investeren? Graag, maar niet via een WopkeWiebesfonds

Met dank overgenomen van H. (Henk) Nijboer i, L.F. (Lodewijk) Asscher i, gepubliceerd op zaterdag 5 oktober 2019.

Het eerste gelekte nieuws over ‘het fonds’ loog er deze zomer niet om. Het kabinet zou plannen hebben voor een miljardeninjectie voor de economie via een investeringsfonds van wel 50 miljard, zo goed als gratis te lenen op de kapitaalmarkten.

Trots roffelden verschillende ministers zich op de borst. Inmiddels zijn we een aantal weken verder en blijkt het keizerlijk aangekondigde miljardenfonds weinig kleren aan te hebben. En het interne coalitiegekibbel over wie het fonds nu eigenlijk bedacht had leidde de aandacht af van de werkelijke vraag: wat is er nodig om onze economie structureel sterker te maken en waarom zou zo’n fonds daarvoor nodig zijn?

Van de kibbelende ministers hoeven we voorlopig weinig te verwachten.

Van de kibbelende ministers hoeven we voorlopig weinig te verwachten. De minister van Economische Zaken zei in een interview met het FD op 13 juli dat hij geen idee had hoe Nederland in de toekomst zijn geld moet verdienen. De dag voor Prinsjesdag voegde hij daar in dezelfde krant aan toe dat investeringen in leraren volgens hem niet bijdragen aan een hoger verdienvermogen voor de samenleving. En de minister van Financiën lijkt na een spannend werkbezoek bevangen door het idee dat Artificial Intelligence de hoogste prioriteit is. Maar wie meer praat over kunstmatige intelligentie dan over het lerarentekort van nú, heeft er duidelijk weinig van begrepen.

En wat is nu eigenlijk de argumentatie van het kabinet voor het fonds? Die is tweeledig:

En wat is nu eigenlijk de argumentatie van het kabinet voor het fonds? Die is tweeledig. Één; er moet nagedacht worden over ons toekomstig verdienvermogen en twee; geld is gratis. Wat het eerste betreft: dat klopt. Maar het is niet zo dat we niets weten, in tegendeel. De meeste wetenschappers zijn het eens over de noodzaak te investeren in onderwijs, onderzoek en duurzame economie. En stevig ook. Een goed opgeleide bevolking is essentieel in een veranderende wereld. Maar moet dat via een fonds? Nee, dat moet structureel. Je zorgt niet voor meer kwaliteit, minder werkdruk, beter betaalde leraren en meer wetenschap als je onderwijzers en wetenschappers na een paar jaar weer ontslaat. Met incidenteel geld kan het onderwijs niet structureel verbeterd worden.

Één; er moet nagedacht worden over ons toekomstig verdienvermogen.

Dan de vormgeving. Een gedegen analyse van de ervaringen met het Fonds Economische Structuurversterking ontbreekt. Dat geld nu gratis lijkt, is op zichzelf ook onvoldoende rechtvaardiging voor een wopkewiebesfonds. Een goede investering zou je net zo goed moeten doen als de rente 0,1 procent is als wanneer de rente -0,1 procent is. Deels is de rente juist zo laag omdát overheden onvoldoende investeren. Het handelsoverschot van Nederland bedraagt dit jaar meer dan 10 procent. Gerenommeerde instituten als OESO, IMF en Europese Commissie wijzen erop dat niet overschotrecords, maar investeren in samenleving en economie de weg naar welzijn en welvaart brengen.

Twee; geld is gratis.

We horen ook steeds over het voorbeeld van souvereign wealthfunds. Maar dat zijn beleggingsfondsen van landen zonder staatsschulden zoals Noorwegen. Nederland belegt op een heel andere manier, namelijk via onze pensioenfondsen die tot de grootste investeerders ter wereld behoren. Wij zijn er geen voorstander van om te lenen om nog meer te gaan beleggen: Nederland als een groot hedge fund!

Een aparte fondssystematiek kan bovendien werken als een soort hoger beroep tegen terecht afgewezen voorstellen. Dan vormen die miljarden straks een afdruiprekje voor gesneefde begrotingsideeën. Of een doelwit van georganiseerde lobby (denk aan Hans de Boer met een Powerpointpresentatie en een delegatie mannen in pak). Waar projectfinanciering nodig is waar de markt niet in voorziet hebben we bovendien sinds kort InvestNL. Waar het gaat om wenselijke overheidsinvesteringen kunnen ze wat ons betreft via de gewone systematiek van de Rijksbegroting.

De beste investering in onze economie en samenleving is een stevige, structurele investering in onderwijs en onderzoek.

Voor de PvdA is de toekomstagenda duidelijk. De beste investering in onze economie en samenleving is een stevige, structurele investering in onderwijs en onderzoek. Van basisschool tot beroepsonderwijs en universiteit. We weten ook dat onze economie schoner en zuiniger moet worden om concurrerend te blijven. En verder is duurzame mobiliteit een noodzaak. Onze treinen puilen uit. Snelle openbaar vervoer verbindingen binnen Nederland en met het buitenland zorgen voor een economische impuls en dragen ook bij aan een schonere toekomst.

De noden zijn nú hoog. De kansenongelijkheid neemt toe. Steeds meer onbevoegde leraren, hoge werkdruk, bezuinigen op de alfa en medische wetenschappen, kinderen die na vier dagen naar huis worden gestuurd. De eerste school die oppert kinderen pas vanaf vijf jaar naar school te laten gaan.

Er is geen tijd meer om te dromen, de problemen zijn groot genoeg.

Wie denkt dat het nu te duur is om te investeren in onderwijs en onderzoek, kent duidelijk de prijs van onwetendheid niet.

Laten we daarom geen tijd verspillen met een onderzoek naar een investeringsfonds voor de verre toekomst, maar gewoon de Rijksbegroting inzetten voor nuttige, structuurversterkende investeringen. Wie denkt dat het nu te duur is om te investeren in onderwijs en onderzoek, kent duidelijk de prijs van onwetendheid niet.